Een handleiding voor jouw innerlijke wereld

 

Wij zijn burgers van twee werelden: de buitenwereld en onze binnenwereld


Als we klein zijn is dat verschil tussen beide werelden nog niet zo duidelijk. Een baby moet ontdekken wat bij hem hoort en wat niet. Voor een kind is dat ook nog niet helemaal duidelijk. 

 

Ik kan me herinneren dat ik als kind soms bang was in het donker; ik zag daar allerlei dingen. Dan riep ik om mijn moeder, die moest ze wegjagen. Ik wees dan een hoek waar ik iets meende te zien, mijn moeder zwaaide dan met haar hand en zei: zie je wel daar zit niets.

 

Dan was ik gerust.

 

Later begon ik te beseffen dat de dingen die ik meende te zien er ook nog waren als ik mijn ogen dicht had: ze zaten dus in mijn hoofd. Geleidelijk aan begon ik me bewust te worden van het verschil tussen de binnenwereld en de buitenwereld. Buiten was alles onderworpen aan strakke wetten, binnen niet, daar was alles mogelijk. De binnenwereld was van mij, de buitenwereld van velen.

 

Ik had als kind al direct een sterke fascinatie voor die binnenwereld: mijn dromen, mijn fantasieën, mijn gedachtes. Wat viel daar veel in te ontdekken. Dat werd me op school niet in dank afgenomen. Dromerigheid, afwezig zijn: dat wordt niet gewaardeerd. Een kind moet bij de les blijven. Als kind word je ontmoedigd aandacht te geven aan je innerlijke wereld, laat staan dat je leert hoe daarmee om te gaan. Mijn oplossing was mijn bewustzijn te splitsen: een deel was bij de les en haalde voldoendes en een ander deel was daar niet. Dat werkte voor mij het beste. Later hoorde ik wel eens vertellen dat leraren geen goed raad met mij wisten, ze vonden mij een beetje vreemd. 

 

Ze waren niet de enigen. Ik betaalde een prijs voor de dualiteit die ik ontwikkelde. Mensen voelen in mij een bepaalde afwezigheid en een soort geslotenheid; dat een deel van mijn geest ergens anders is, werd een soort gewoonte die moeilijk af te leren viel.

 

De meeste kinderen luisterden echter wel naar de impliciete boodschap die hen gegeven werd: het gaat om de buitenwereld, de binnenwereld is niet belangrijk, daar moet je niet teveel aandacht aan besteden. De gevolgen zien we in de wereld om ons heen: depressies, burn-outs en talloze andere psychische problemen. Het gaat nog verder dan dat: doordat we de wereld bekijken door de bril van onze onbewuste angsten zien we overal vijanden waar ze er niet zijn. Gevolg: overal strijd, overal vijanden.

 

Al die problemen kunnen vermeden worden als we kinderen anders zouden opvoeden. Als we hen zouden leren om te gaan met hun innerlijke wereld; als we hen zouden aanmoedigen om de rijkdom van die wereld te leren waarderen. Als we hen zouden leren om de donkere kanten van hun innerlijke wereld liefdevol te benaderen in plaats van te veroordelen. Als we hen zouden leren dat die innerlijke wereld oneindig is. Als we hen zouden leren dat er diep in die innerlijke wereld een oneindige bron van wijsheid en liefde te vinden is waar je altijd op terug kunt vallen.

We kunnen onze innerlijke wereld niet ongestraft verwaarlozen. De prijs die we daarvoor betalen zien we om ons heen. Vandaar deze korte handleiding. Daarin drie lessen over je binnenwereld die je eigenlijk al als kind had moeten leren op school.

 

1. Wees je bewust van je angsten

 

Als we onze angsten niet onder ogen leren zien, groeien die uit tot een bril waarmee we de werkelijkheid gaan bekijken. Die bril maakt dat we de dingen gaan zien in termen van goed en fout, en dat we hard zullen moeten werken om niet het slachtoffer van het foute te worden. Weg levensplezier.

 

Een voorbeeld.

 

Een kennis van mij uit Frankrijk maakte een bijzondere foto. Een vrouwtjes spin heeft een speciale cocon gemaakt waarin ze haar eitjes meedraagt.

 

Sandrine, de vrouw die deze foto maakte, voelt een bijzondere band met kleine dieren zoals spinnen en insecten en maakt daar prachtige foto’s van. Ze communiceert ook met ze. Zelf is Sandrine een beeldschone Française die een diepe liefde voor alles wat leeft uitstraalt.

 

Net als veel mensen vind ik spinnen een beetje eng. Dat was ook het eerste dat ik voelde toen ik de foto zag. Daarna probeerde ik de foto te bekijken door de ogen van Sandrine, en ik voelde iets van haar liefde voor de kleine medebewoners van deze planeet. Ineens zag ik iets prachtigs, iets wonderbaarlijks, iets intiems. Een heel ander levend wezen dan ik ben, dat toch een geheel eigen plaats heeft in het universum, en op haar manier zorg draagt voor haar eitjes.

 

 

Kijk ik door de ogen van angst dan ontstaat er dualiteit, de spin wordt iets engs, een vreemd wezen dat mij wellicht kan bedreigen. Een wezen dat ik niet wil in mijn universum. Kijk ik door de ogen van Sandrine dan verdwijnt de dualiteit volledig. Heel wonderbaarlijk om dat mee te maken. Angst creëert dualiteit, liefde heft die op.

 

Kijk ik met angst naar het duister dan wordt het duister iets gevaarlijks wat tegenover het licht staat en ons bedreigt. Kijk ik met liefde naar het duister, dan zie ik een plaats waar geen licht is en hoor ik een bang verdwaald kind dat om hulp roept: de bron van mijn angst.

 

Willen we dus op een harmonische manier in de wereld leven, dan zullen we onze blik naar binnen moeten keren en alle angsten eerlijk onder ogen zien.

 

Hoe doe je dat?

 

Stel je voor dat je angsten gewoon kleine kinderen zijn die zich ergens diep verstopt hebben in jou. Die kinderen hebben namen: bijvoorbeeld Eenzaamheid, Armoede, Pijn, Verdriet. Misschien is er zelfs een kindje dat Dood heet. Dit zijn de namen van de verdwaalde kinderen die om hulp roepen.

 

Roep ze tevoorschijn, omarm ze allemaal. Ze zijn een deel van jou en horen bij jouw innerlijke wereld.  Zo breng je licht in je eigen innerlijke duisternis.

 

Als we ons niet bewust worden van onze angsten worden die angsten een bril waardoor ze werkelijkheid gaan zien. Dat gaat zo. We groeien op en gaan allerlei ideeën om onze angsten heen bouwen. Angst geeft altijd een negatieve boodschap over de wereld om je heen. Uiteindelijk worden die ideeën beschouwd als dwingende waarheden over de wereld om je heen.

 

Door je angsten te zien als kinderen in jou die verdwaald zijn en die met liefde te omhullen zet je die bril weer af. En kun je de wereld om je heen weer zien vanuit jouw oorspronkelijke licht: het licht van liefde. Dualiteit verdwijnt en eenheid keert weer.

 

Het is normaal om allerlei angsten te hebben. Alleen als we in staat zijn die angsten eerlijk onder ogen te zien, kunnen we deze transformeren en de wereld om ons heen weer op een liefdevolle manier beschouwen.

Duality is in the eye of the beholder.

 

2. Fantasie is de weg naar onze innerlijke rijkdom

 

Tijdens consulten en workshops hoor ik mensen vaak zeggen “ik weet niet zeker of ik dit niet fantaseer.” Ik merk altijd dat mensen het idee hebben dat ze niet mogen fantaseren. Daar zit blijkbaar een soort taboe op.

 

Toch, al het mooie dat de mens geschapen heeft, denk maar aan alle prachtige muziek, schilderijen, literatuur, films, architectuur – het ontspringt allemaal aan de menselijke fantasie. Ook de grote wetenschapsmensen en filosofen beschikten over een geweldige verbeeldingskracht. Toch, op school, is er helaas geen lesuur fantaseren. Als dat er wel was, zouden we al direct onze fantasie meer waarderen en gebruiken: het wordt op school gegeven, dus het moet wel belangrijk zijn. Helaas, het is anders.

 

Misschien maak je jezelf wel wijs dat je helemaal geen fantasie hebt.

 

Nee? Heb je nooit seksuele fantasieën gehad? Toen je een kind was fantaseerde je nooit over je toekomst? Geen droomhuis? Nooit gedroomd over een ideale partner, een baan die je graag zou willen hebben? Gefantaseerd over een reis naar een ver land? 

Geloof me, je hebt fantasie genoeg.

 

Als je wilt leren fantaseren is stap 1 dat je erkent dat je fantasie hebt. Ieder mens heeft fantasie. Die is bij sommigen beter ontwikkeld dan bij anderen, en werkt bij ieder mens weer op zijn eigen manier, maar is bij iedereen aanwezig. 

 

Bij sommige mensen is de fantasie heel sterk visueel, bij anderen niet. Als dat bij jou niet zo is, besef dan dat er blind geboren mensen zijn die totaal niet weten wat beelden of kleuren zijn, en toch over een geweldige fantasie beschikken en bijvoorbeeld prachtige romans schrijven.

 

Net zoals ieder mens droomt, heeft ieder mens fantasie.

 

Stap 2 is dat je gewoon begint met oefenen. Fantaseren kun je leren. Net als met alles geldt ook hier: oefening baart kunst. Herhaling is de sleutel en trek er tijd voor uit. Als jouw innerlijke wereld merkt dat jij tijd uit trekt om het fantaseren te leren, gaat die jou helpen.

 

Een hele eenvoudige oefening is dat je je voorstelt dat je aan het praten bent met een wijze man of vrouw. Als je vrouw bent, kies dan een man en omgekeerd. Dit helpt je om je een compleet mens te voelen die zowel het mannelijke en vrouwelijke omvat. Als je moeite hebt om je zo’n persoon voor te stellen, neem dan een bekend iemand uit de geschiedenis.

 

Begin het gesprek en fantaseer de antwoorden. Praat bijvoorbeeld over een probleem waar je mee zit. Wees totaal niet bang om de antwoorden te fantaseren. Herhaal dit. Bij mij zelf werkt het goed als ik de antwoorden op schrijf.

 

Op een bepaald moment zul je gaan merken dat de gefantaseerde antwoorden heel makkelijk komen. Je hoeft er eigenlijk nauwelijks meer over na te denken. 

 

En dan komt er een moment waarop je beseft, hé dit is toch wel heel bijzonder wat ik nu hoor. Op dat moment heb je je fantasie verbonden met een diepere bron: de diepe laag van wijsheid in jezelf.

 

Als je het contact met die bron hebt hersteld, kun je een besluit nemen: ik heb de autoriteit over mijn leven. De uiteindelijke autoriteit is niet iets buiten je, die ligt in je. In jou zit maar één persoon: jij. Jij hebt de autoriteit over je leven. 

 

Mensen hebben die autoriteit uit handen gegeven omdat ze denken dat ze onwetend zijn. Met behulp van je fantasie kun je echter het contact met je innerlijke bron van wijsheid herstellen. Op het moment dat je dat beseft kun je weer de autoriteit over je leven in handen nemen. Zelfvertrouwen wordt geboren.

 

3. Leer positief denken – en begrijp vooral wat het is

 

Er wordt veel gesproken over de kracht van positief denken. Hele volksstammen zijn bezig met het eindeloos herhalen van gedachtes als: “ik ben rijk.” Dat helpt dus niet echt.

 

Hoe moet het dan wel?

 

Het begint met een aanname, de aanname dat er diep in jou een bron zit van licht en liefde: jouw kern.

 

Er zijn twee soorten gedachtes. Gedachtes die in harmonie zijn met het licht van die bron en dat licht versterken en er voor zorgen dat het doorstroomt naar de aarde. En gedachtes die het licht van die bron blokkeren, ze gaan er als donkere wolken voor hangen. Dit zijn gedachtes die op angst gebaseerd zijn. Als je bijvoorbeeld rijk wilt worden omdat je bang bent voor armoede dan is dat in feite helemaal geen positieve gedachte.

 

Dit kun je oefenen. Stel je die bron voor, denk maar aan een prachtige stralende zon ergens boven je hoofd. Neem dan een gedachte in je hoofd. Is het een positieve gedachte, een gedachte die in harmonie is met die bron, dan voel je een positieve reactie in je lichaam. Bijvoorbeeld een warm gevoel in je hart. Het licht stroomt dan door. Is het een negatieve gedachte dan wordt het licht van je bron geblokkeerd. Let op je lichaam, er ontstaat dan een spanning. Je lichaam voelt dat het contact met de bron verbroken is en reageert daar op, vaak met een gevoel van onrust.

 

Als je opmerkt dat het een negatieve gedachte is, vraag je dan af: welke angst zit hierachter? Zoek de bron van die angst op: een verdwaald kind.

 

Tot slot: oefening baart kunst

 

In het begin is dit soort innerlijk werk een beetje als een verhuizing naar een vreemde stad in het buitenland.

 

Als je daar voor het eerst rond loopt lijkt alles verwarrend, misschien zelfs bedreigend. Geleidelijk aan wordt alles vertrouwder, de mensen bekender. Je begint vrienden te maken en je op je gemak te voelen.

 

Iets dergelijks gebeurt er ook als je je binnenwereld begint te onderzoeken. Het is anders, de regels zijn anders. Maar geleidelijk aan wordt het makkelijker en bekender.

 

Stel je het volgende eens voor: iedere mens op aarde heeft een stukje grond. Stel je nu eens voor dat iedere mens zijn eigen stukje met heel veel liefde en aandacht verzorgt; er alles aan doet om dat zo mooi mogelijk te laten zijn.

 

Wat zou de aarde dan een prachtige planeet zijn!

 

Zo zit het universum eigenlijk in elkaar. Iedereen heeft een klein stukje van het universum gehad. Dat stukje ben jij, het is jouw binnenwereld. Het enige stukje van het universum waarvan jij de baas bent, dat je niet van buitenaf ziet, maar helemaal van binnenuit beleeft. Kijk maar rond: niemand anders is daar, het is helemaal van jou.

 

Behandelen we dat stukje met liefde? Hebben we onszelf lief? Heel vaak niet: meestal zijn we als tuinmannen die enorm veel commentaar hebben op de tuin van de buren maar hun eigen tuin helemaal verwaarlozen en bevuilen.

 

We vullen het stukje van het universum dat van ons is met negatieve gevoelens en gedachtes, laten er nauwelijks licht in toe. We gunnen onszelf vaak maar heel weinig liefde. Kijk maar naar de wereld om je heen en zie wat de gevolgen zijn. In de meesten van ons is het winter: de innerlijke zon schijnt niet.

 

Laten we ja zeggen tegen ieder stukje van onze eigen innerlijke tuin. Laten we onze innerlijke zon - die onuitputtelijke bron van liefde – op ieder plantje laten schijnen, hoe nietig ook.

 

Laat de winter plaatsmaken voor een prachtige lente.

 

Gerrit Gielen

www.gerrit-gielen.net