Atheïsten worden gestimuleerd om zo materialistisch mogelijk naar de werkelijkheid te kijken. Religieus gelovigen worden gestimuleerd om zoveel mogelijk het goddelijke buiten zichzelf te plaatsen. En de spirituelen die wel aanvaarden dat de goddelijkheid zich in hen bevindt, worden gestimuleerd zoveel mogelijk te twijfelen of zij zichzelf wel goddelijk mogen noemen.