Pamela: Het verschijnsel ‘channelen’ roept veel vragen en verwondering op. Ik zal niet proberen te verklaren of definiëren wat channeling precies is. Ik zal beschrijven hoe ik in aanraking gekomen ben met het verschijnsel ‘channeling’ en wat het betekent in mijn leven. Dit is dus een persoonlijk verslag, dat geen ‘algemene theorie over channelen’ pretendeert te zijn. Het is mijn ervaring, gekleurd door mijn ideeën, gevoelens en achtergrond.
In 2002 startte ik mijn praktijk voor aurareading. Mijn man Gerrit en ik hadden beiden gedurende ons hele leven een diepgaande interesse in filosofie en spiritualiteit. Ik was zelf afgestudeerd en gepromoveerd in de filosofie, terwijl Gerrit werkte als informaticus en zich daarnaast grondig had verdiept in hypnotherapie, astrologie en esoterische literatuur. Toen wij gingen samenwonen in 2001, maakten wij er een gewoonte van om in de avonden sessies te houden, waarbij ik in trance ging en hij mij begeleidde vanuit zijn ervaring en affiniteit met hypnotherapie. Op deze wijze onderzochten wij allerlei psychische aspecten van onszelf – emotionele blokkades, vorige levens – en meer algemene vragen over het leven en spiritualiteit.
Op een avond voelde ik bij zo’n sessie een aanwezigheid, die ik niet kende. Ik had wel eerder contact gehad met gidsen, geestelijke leraren die me omringden met zachte energie en liefdevolle suggesties. Maar dit was anders. Deze aanwezigheid voelde ernstig en had iets doordringends. We besloten te onderzoeken wie of wat dit was, en toen ik contact maakte met deze energie, voelde het aan als een wijze, mannelijke aanwezigheid. Ik zag toen heel duidelijk de naam ‘Jeshua ben Jozef’ verschijnen voor mijn innerlijke oog, de Aramese naam van Jezus. In een flits van een seconde voelde ik voor mezelf dat het waar was, dat het de energie van Jezus was die ik bij me voelde. Maar tegelijk begon er een koor van sceptisch-rationele stemmen in mijn hoofd te zingen, dat me begon te vertellen dat ‘het niet kon’, dat het raar en belachelijk was of pretentieus. Dit koor is eigenlijk nooit geheel verstomd, maar het zingt nu wel wat toontjes lager. We hebben door de kennismaking met Jeshua zoveel moois en waardevols ontmoet in ons leven, dat ik er geleidelijk aan wel van overtuigd ben geraakt dat ‘er iets is’ en dat het niet alleen uit mij komt.
Eén van de eerste dingen die gebeurde na de ontmoeting met Jeshua is dat ik zijn hulp voelde bij de individuele consulten die ik deed als aurareader. Hij hielp me goed te gronden en mijzelf te beschermen tegen een te grote gevoeligheid. Soms kon ik mij (in het begin) energetisch uitgeput voelen na een reading en Jeshua hielp mij mijn grenzen beter vast te houden. Dit deed hij via een soort energie-overdracht en ook wel met woorden – in de vorm van korte, telepathische boodschappen. Ik voel me altijd ‘gecentreerd worden’ als ik me op Jeshua’s energie afstem. Het is een gevoel dat ik teruggeplaatst wordt in mijn basis en niet ter zake doende piekergedachtes en emoties loslaat. Het is een gevoel van innerlijke vrijheid.
In deze fase van onze ‘samenwerking’, vertelde ik nog niemand over het contact met Jeshua. Pas na ruim een jaar namen we enkele goede vrienden in vertrouwen en organiseerden we kleine sessies.
Ook ontvingen Gerrit en ik samen van Jeshua de reeks boodschappen uit het eerste deel van dit boek (de
Lichtwerkersserie) en zetten we deze op Internet.
In april 2004 werden we uitgenodigd door het Belgisch spiritueel centrum ‘De Maancirkel’ om publiekelijk een channeling te doen. Ik voelde dat ik aan deze uitnodiging gehoor moest geven, ook al
had ik stevige angsten te overwinnen. Deze eerste bijeenkomst vormde het begin van de tweede serie channelings die in de aanwezigheid van groepen mensen werden gehouden. Steeds had ik te kampen
met grote angst en reserve om naar buiten te treden met deze manier van ‘lezingen geven’. Toch was de sfeer tijdens de bijeenkomsten zo bijzonder en de energie van Jeshua zo voelbaar, dat het me
steeds weer inspireerde ermee door te gaan. Via de bijeenkomsten en later ook workshops die we gingen organiseren, ontmoetten we vele mensen met wie er als vanzelfsprekend een gelijkgestemdheid
was, een gemeenschappelijke interesse en openheid naar het spirituele. De energie van Jeshua heeft voor mij betekend dat ik mijn ‘spirituele familie’ ben gaan tegenkomen, in kortstondige
ontmoetingen of langduriger vriendschappen. Dit is een heel kostbaar geschenk geweest.
Wat gebeurt er nu tijdens het channelen? Dit is voor mij een vraag die nog geen definitief antwoord kent. Ik kan wel beschrijven hoe het voor mij aanvoelt. Ik was voordat ik ermee begon al bekend met de trance-staat vanuit mijn werk als aurareader. Het trance bewustzijn is een combinatie van lichamelijke ontspanning en geestelijke alertheid. In de trance toestand voelt mijn lichaam (na een tijdje) vloeibaarder of lichter aan, en kan ik in mijn geest vrij en open naar dingen kijken zonder dat ik er teveel over nadenk. In de trance-staat neem je intuïtief waar. Je neemt waar met een ‘wetend gevoel’, niet geladen met een emotie of een oordeel. Dit wil niet zeggen dat je alles goed waarneemt. De mate waarin je helder waarneemt, hangt sterk af van de emotionele balans die je innerlijk hebt bereikt. Die is nooit volmaakt. Maar hoe verder je innerlijk groeit, hoe makkelijker je open en vrij kunt waarnemen. Ik ben ervan overtuigd dat in het ontwikkelen van vaardigheden als auralezen en channelen je persoonlijke innerlijke ontwikkeling veel belangrijker is dan het aanleren van bepaalde technieken.
De trance-staat is voor mij nooit gepaard gegaan met een verlies van controle over mezelf. Ik heb nooit het bewustzijn verloren tijdens een trance toestand, en dit is ook nooit gebeurd tijdens een channeling met Jeshua. Eerder nog kun je zeggen dat mijn zelfbewustzijn wordt versterkt wanneer Jeshua’s energie en boodschappen door mij stromen. Ik voel me niet uitgeschakeld maar ingeschakeld op een dieper niveau van mezelf, een niveau waar ik in het dagelijks leven niet zomaar bij kan. De channelings helpen mij realiseren wie ik ten diepste ben. Ze laten me iets zien over het hogere zelf of het engelwezen dat ik eigenlijk ben. Ik denk dat in een channeling mijn ‘kleine ik’ zich verbindt met mijn hoger zelf en dat de energie van Jeshua hierin bemiddelend werkt. Het lijkt alsof ik zijn energie nodig heb om daadwerkelijk mijn eigen grootheid te voelen en te accepteren. Als ik het besef van mijn ware zelf ten volle kan ‘dragen’ in de aardse realiteit, zal ik het wellicht niet meer nodig hebben om me op zijn energie te verlaten. Ik kan dan mijzelf ‘channelen’.
Soms vragen mensen wel eens: hoe weet je of je niet eigenlijk je hoger zelf channelt? Of: is het niet beter om je eigen hoger zelf te channelen in plaats van een andere entiteit? Wat ik daarop kan zeggen is: voor mij is het samenspel met Jeshua een ervaringsgegeven, ik kan daar niet omheen. Het voelt voor mij als echt en goed. Het voelt voor mij als een verbinding tussen mijn kleine ik, de energie van een leraar, en mijn hoger ik. Ik denk zeker dat het uiteindelijke doel van je hele ontwikkelingsgang is om zelfstandig je hoger zelf te channelen, of beter gezegd: te laten incarneren op aarde, te laten uitstromen en wortelen in de aardse realiteit. Als tussenstadium is de hulp van een leraar echter toch zeer waardevol. Zo ervaar ik het.
Het gevaar dat mogelijk ontstaat bij het verschijnsel channeling is dat mensen de kennis of boodschap die ‘doorkomt’ beschouwen als per definitie hoger of beter omdat het van ‘gene zijde’ komt. Dit is natuurlijk niet het geval. Wat doorslaggevend is voor de waarde van een gechannelde tekst is de inhoudelijke rijkdom, helderheid en liefde die eruit spreekt. Wat als bron van de channeling wordt aangegeven, is van secundair belang. Daarnaast worden gechannelde boodschappen ontvangen door aardse mensen en zijn ze altijd gekleurd door de persoonlijke ervaringen en het begripskader van degene die het doorgeeft. De zuiverheid van een channeling zit ‘m er niet in dat het kanaal zichzelf volledig uitschakelt (dat is onmogelijk), maar dat hij of zij zijn vermogens in dienst stelt van de te channelen energie en deze niet of zo min mogelijk vervormt door zijn eigen oordelen en angsten. De hamvraag bij alle spirituele boodschappen is: komt de boodschap voort uit liefde of uit angst? Dit is belangrijker dan de vraag wie of wat precies de auteur is van de tekst.
Het laatste wat een echte spirituele leraar van je verlangt is dat je iets van hem aanneemt, ‘omdat hij het zegt’. Zo’n beroep op autoriteit druist in tegen het wezen van spiritualiteit: namelijk dat alles wat je werkelijk hoeft te weten in jouzelf ligt. Er is geen autoriteit buiten jou, geen ‘geascendeerde meester’ of lichtwezen die het beter weet dan jij.
In de wetenschapsfilosofie, de tak van filosofie die zich bezighoudt met de vraag ‘wat is wetenschap?’, is er een stroming die zegt dat onze alledaagse denkbeelden subjectief zijn, maar dat de (natuur)wetenschap de objectieve waarheid onthult over de werkelijkheid. Je zou dit het objectivisme kunnen noemen. Allerlei andere denkers hebben laten zien dat wetenschappelijke ideeën ook sterk beïnvloed worden door onbewezen, historisch bepaalde aannames en subjectieve verwachtingen. Zij menen dat de wetenschap ook slechts één interpretatie van de wereld laat zien, één versie van de waarheid zogezegd. Je zou dit standpunt relativisme kunnen noemen: het zegt dat er geen standpunt bestaat dat compleet objectief is, in de zin dat het losstaat van welke (subjectieve) waarnemer dan ook. Ik ben zelf geneigd het relativisme te onderschrijven en ik ben van mening dat het heel goed zou zijn dit inzicht toe te passen op het gebied van channeling en mediumschap. Soms lijken mensen namelijk te verwachten dat het spreken ‘vanuit de andere wereld’ doorzicht biedt op ‘de objectieve waarheid’, een onthulling van ‘hoe het nu eigenlijk zit zonder onze menselijke perspectieven erop’. Dit lijkt me een vergissing. Perspectieven vanuit de andere zijde blijven ‘perspectieven’. Als het goed is, zijn ze verhelderend, inspirerend en geven ze je hoop, kracht en moed. Maar ze vertellen niet de ‘ultieme waarheid’. Ze zijn, mede doordat ze ‘gekanaliseerd’ worden door aardse mensen, plaats- en tijd- en cultuurgebonden. En dat is goed zo. Het idee dat er een ‘ultieme waarheid’ is – in de zin van één objectief juist wereldbeeld of ideeënstelsel – heeft ons in het verleden niet echt goede diensten bewezen.
Er is volgens mij wel zoiets als een ‘energie van de waarheid’. Dit is een energie die je uit ziet gaan van liefdevolle, authentieke mensen, of van inspirerende kunstwerken, of van de natuur in wilde staat. Het is een energie van rust, helderheid en eenvoud. Daar laat zich iets zien wat wij zegbaar proberen te maken in woorden, ideeën of theorieën, maar wat ons ten dele ook weer ontglipt, omdat het nooit helemaal zegbaar is, niet helemaal te reduceren is tot woorden en begrippen.
Jeshua’s channelings beogen niet te vertellen ‘hoe het nu eigenlijk zit’ maar ‘dat het in jou zit’. Ze willen niet de waarheid vertellen maar wel de ‘energie van de waarheid’ voelbaar maken. Als deze energie voelbaar wordt tijdens het lezen van de teksten, is het doel van dit boek bereikt.
Ik zal hier besluiten met enkele woorden van Jeshua zelf over het verschijnsel ‘channeling’. Een channeling over channeling dus.
“Channelen is een manier om dichter bij jezelf te komen via een ander. Deze ander vervult tijdelijk de functie van leraar. De energie van de ander helpt je om op een dieper niveau van jezelf te komen. De energie van de ander tilt je uit boven de angsten die jouw wezenlijke licht verborgen houden.
Een leraar toont jou je eigen licht. Een leraar ziet jouw licht beter dan jij het zelf doet. Zodra dit licht zichtbaar en toegankelijk wordt voor jezelf, is de leraar overbodig. Je kunt dan je eigen licht gaan channelen. De ander hoeft dan niet meer de brug te zijn tussen jou en je hoger zelf.
Ik herinner jou een tijdje aan je eigen licht. Ik weerspiegel jouw grootheid voor jou in de gedaante van Jeshua ben Jozef. Je ziet in mij jezelf, je christuszelf, maar je weet dit nog niet. Ik ben jouw referentiekader, mijn energie is een leidraad voor jou. Ik help je dieper contact te leggen met je eigen christuszelf. Het treedt geleidelijk aan op de voorgrond, en ik ga dan naar de achtergrond. Dit is goed. Vergeet niet, in deze relatie ben ik er voor jou, jij bent er niet voor mij. Ik ben niet een doel, maar een middel. De wedergeboorte van de christusenergie is de opstanding van jouw christuszelf, niet die van mij.
Ik doe wat jouw grootheid bevordert. Mijn doel is dat je mij overbodig maakt. Als je mij channelt, moet je jezelf niet klein of onzichtbaar maken. Ik wil juist dat je jezelf groter maakt, je ware kracht voelt stromen en jouw licht laat schijnen in de wereld.
Een leraar wijst de weg maar jij bewandelt hem. Na een tijdje bemerk je dat je alleen loopt en de leraar achter je gelaten hebt. Dit is een groot en heilig moment. De leraar blijft bij je, en woont als innerlijke gestalte in je hart, maar zijn uiterlijke gestalte verdwijnt.
Wij blijven verbonden, maar je zult mij op den duur steeds minder als aparte gestalte herkennen of willen oproepen. Ik ben dan je eigen energie geworden. Je kent mij op den duur niet meer als gescheiden van jou. Dit betekent dat je mij werkelijk hebt gehoord en gezien.”