‘‘Wat deze tijd (grofweg 1950 - 2070) zo speciaal maakt, is dat er twee verschillende cycli gelijktijdig aan hun einde komen: een persoonlijke cyclus (of: een verzameling van persoonlijke
cycli) en een planetaire cyclus.’’
Uit: ‘Gesprekken met Jeshua’ van Pamela Kribbe.
Inleiding
Als wij aan de Aarde denken, dan zien we wellicht een prachtige blauwe planeet die door de ruimte zweeft: een bol materie die rondjes draait om de ster die wij de zon noemen. Een prachtig beeld, maar tegelijk een kijk op de Aarde vanuit materialistisch oogpunt.
In werkelijkheid is de Aarde veel complexer dan dat. Ze is een multidimensionaal systeem dat voor haar bewoners een uitgebreid scala van ervaringen mogelijk maakt: parallelle werkelijkheden bestaan in dit systeem, dynamische interacties tussen verleden en toekomst; bovenal kunnen we onszelf ontdekken, onze innerlijke oneindigheid.
Wij als mens hebben ook niet slechts één verleden, één tijdlijn waar we aan gebonden zijn. Je kunt ons beter vergelijken met een boom die vele wortels heeft: in het nu dat we zijn, komen vele tijdlijnen samen. Het multidimensionale systeem dat de Aarde is, maakt deze rijkdom mogelijk.
We kunnen hier eenheid, vrede, schoonheid en liefde beleven. Daarnaast ook haat, geweld, woede en lelijkheid. Het systeem van de Aarde geeft ruimte om de dualiteit tot het uiterste te beleven; en
toch worden we voortdurend herinnerd aan de eenheid die ons allen verbindt. Na een donkere nacht vol angst kunnen we toch genieten van een schitterende zonsopgang. Iedere bloem hier herinnert ons
aan het hogere.
Mensen zijn hier in staat om prachtige muziek te scheppen, maar ook om zinloze oorlogen te beginnen. De bijzondere energie van de Aarde geeft ons de ruimte om beide mogelijkheden te realiseren. Het is deze bijzondere eigenschap van de Aarde die de ervaring van het mens zijn ten volle mogelijk maakt.
Die Aarde begint nu aan een nieuwe cyclus. Wat betekent dit voor ons, haar bewoners?
Een nieuwe cyclus: een hogere energie
Als een mens of een ander wezen aan een nieuwe cyclus begint – en dus een oude cyclus voltooid heeft – ontstaat er een hogere trilling. Een hogere trilling betekent dat het bewustzijn de bron nadert, en zo een sterkere ervaring heeft van schoonheid, waarheid en de eenheid van het leven.
In zo’n nieuwe cyclus bevindt de Aarde zich. Hierdoor verschuift de ervaringsruimte die de Aarde de mensheid biedt, naar boven. Aan de bovenkant worden kosmische eenheidservaringen en het verbinden met hogere gebieden meer mogelijk dan ooit tevoren. Aan de onderkant behoren extreme dualistische ervaringen steeds minder tot de mogelijkheid. Gebeurtenissen zoals het starten van een wrede en zinloze oorlog zijn dan niet langer mogelijk.
Voor de ervaring van de gemiddelde mens betekent dit dat we een kantelpunt bereiken.
Op dit moment ervaren we in deze wereld in eerste instantie verdeeldheid. Pas als we gaan mediteren of in de natuur zijn, ervaren we een gevoel van eenheid. De ervaring van verdeeldheid is primair, de ervaring van eenheid secundair. Dit gaat omdraaien: het bewustzijn van eenheid wordt primair.
Dit heeft een aantal consequenties, waarvan ik er enkele wil noemen.
Wetenschap
In de wetenschap van nu wordt vanuit het paradigma van verdeeldheid gedacht. Alles bestaat uit deeltjes die uit nog weer kleinere deeltjes bestaan. De speurtocht naar nog kleinere deeltjes lijkt eindeloos. Een mens is zo bezien een verzameling deeltjes; vallen die deeltjes uit elkaar, dan bestaat een mens niet langer. Volgens de wetenschap heerst de dood: alles valt immers uiteindelijk uit elkaar.
In de toekomst zijn niet de onderdelen maar de eenheid de vanzelfsprekende basis.
De mechanische kijk op universum en mens gaat dan plaats maken voor een holistische; de eenheidsgedachte wordt dan het nieuwe paradigma. Vanuit die eenheidsgedachte zal de wetenschap gaan aanvaarden dat er achter alles bewustzijn zit: de begrippen bewustzijn en eenheid gaan dan samenvallen. En de eeuwige dood maakt plaats voor het eeuwige leven.
Psychologie
De eenheidsgedachte zal in de psychologie leiden tot erkenning van het bestaan van de ziel. Deze zal als bron van heling, genezing en waarheid gezien worden. Heling van psychische problemen gaat dan samenvallen met bewustwording van de ziel.
Politiek
Omdat de eenheid van alles als vanzelfsprekend wordt ervaren, heeft dat ook consequenties voor het politieke systeem. Landen en grenzen gaan geleidelijk verdwijnen, en daarmee dus ook oorlogen. Op den duur komt er een wereldregering.
Economie
Het gevoel van verdeeldheid dat overheerst in het denken van de mens heeft gezorgd voor een economie die gebaseerd is op concurrentie en uitbuiting van de medemens en de Aarde zelf. Als we het huidige economische systeem van een afstand bezien en het beschouwen als een deel van het ecosysteem van de Aarde, dan zien we dat het zich ten opzichte van dat ecosysteem gedraagt als een kankergezwel: het is gericht op redeloze groei en verbruik van alle beschikbare bronnen zonder dat het iets terug geeft.
Dit economische systeem zal in de toekomst niet langer kunnen bestaan; de hogere trilling van de nieuwe Aarde biedt daartoe geen mogelijkheid meer.
De economie van de toekomst is een harmonische interactie tussen mens en Aarde. De mens ontvangt van de Aarde en geeft aan de Aarde. Er is wederzijds respect en samenwerking.
Deze economie is gebaseerd op dankbaarheid en verbondenheid. De mens is de Aarde dankbaar dat hij hier mag verblijven en schitterende dingen kan ervaren, en de Aarde is de mens dankbaar, omdat het unieke van de mens haar verrijkt.
De mens begrijpt niet alleen, maar ervaart ook dat de Aarde een bewust levend wezen is. Dit geeft een gevoel van verbondenheid dat uiteindelijk zal uitgroeien tot een diepe liefdesband. En in de nu nog verre toekomst zal de mensheid uiteindelijk de Aarde diep dankbaar verlaten.
Maatschappij
Onze huidige maatschappij is in wezen nog steeds een hiërarchisch georganiseerde machine. Opvoeding, scholing, betekent in wezen nog steeds dat mensen klaargestoomd worden om een radartje te worden in die machine. Hoe belangrijker dat radartje is, hoe succesvoller die mens is in onze maatschappij.
Dit gaat natuurlijk veranderen.
De maatschappij van de toekomst is niet hiërarchisch geordend, maar gericht op het tot bloei brengen van de menselijke ziel hier op Aarde. Het gevolg is geluk. Geluk voor de mens zelf die het licht van zijn ziel kan laten stralen, en geluk voor zijn medemens die kan genieten van de prachtige unieke straling van een geïncarneerde engel; tegelijk geluk voor de Aarde zelf die een mens – en de mensheid – tot bloei ziet komen als een prachtige hemelse bloem.
De kosmos
Het geloof in verdeeldheid en dualiteit heeft niet alleen de eenzaamheid van de moderne mens tot gevolg, maar zorgt er ook voor dat de mensheid als geheel geïsoleerd staat in de kosmos. Dit gaat veranderen. We staan op de drempel van een nieuw en ongelooflijk rijk tijdperk.
Een tijdperk waarin we contact zullen krijgen met tal van andere beschavingen in de kosmos.
De verhoging van de trilling van de Aarde betekent dat er aan de bovenkant van de ervaringsruimte allerlei deuren zullen opengaan naar andere werelden: ervaringsruimten van andere bewoners van deze kosmos.
Dit zal ons diep doen beseffen hoe oneindig rijk en groot het universum is. Het is niet alleen oneindig in grootte, maar ook in rijkdom, verscheidenheid en schoonheid.
Bovenstaande zaken zijn natuurlijk globale ontwikkelingen. Wat betekenen ze voor de individuele mens?
Psychologische consequenties voor de individuele mens
Mooi is natuurlijk dat je als mens meegroeit met de veranderingen die de Aarde doormaakt. Dat is zeker niet vanzelfsprekend. Voor mensen die erg vast zitten in de dualiteit, is dat zelfs onmogelijk, omdat ze niet in staat zijn het geloof in de dualiteit los te laten. Als ze die dualiteit niet langer op Aarde kunnen ervaren, zullen ze andere ervaringsgebieden in het universum opzoeken waar dat wél kan, en de Aarde verlaten.
Natuurlijk zijn er ook mensen die moeiteloos mee zullen gaan met het groeiproces van de Aarde. Dit zijn de mensen die hun persoonlijke cyclus voltooid hebben en klaar zijn om het
eenheidsbewustzijn te omhelzen.
Ze zijn nu bezig om al hun vorige levens liefdevol te integreren en begrijpen dat ook daderlevens daar deel van uitmaken. Daarom zeggen ze ‘ja’ tegen hun eigen schaduw en projecteren die niet langer op anderen. Zo eindigt voor hen de dualiteit: er zijn dan geen vijanden meer, geen complotten. Vanuit dit bewustzijn ontstaat een diep gevoel van verbondenheid met iedereen.
Veel mensen zitten tussen beide groepen in.
Wat gaan zij nu ervaren van de verandering van de Aarde? Daarbij doel ik niet op concrete gebeurtenissen, maar wel op het psychologische proces dat plaats gaat vinden.
Dualiteit ontstaat als we denken vanuit angst. Vaak is dat angst voor de medemens. We zijn bijvoorbeeld bang dat anderen, wellicht mensen die er anders uitzien of een andere taal spreken, ons willen overheersen. Om dat te voorkomen, hebben we een leger nodig. En wanneer wij een leger hebben, moeten die anderen voor wie we bang zijn, dat ook hebben. Liefst nog een groter leger: het begin van een wapenwedloop. Vroeg of laat begint er dan een oorlog, vaak ‘preventief’: we kunnen immers beter eerst zelf toeslaan voordat die ander dat doet, want die is immers niet te vertrouwen.
Zolang we onze eigen angsten, onze eigen schaduw, niet eerlijk aankijken, verandert er niets; dan blijven we hangen in dit dualiteits-bewustzijn. Angst zorgt er altijd voor dat de wereld in tweeën gedeeld wordt: wij versus degenen of datgene waar we bang voor zijn. Liefde overstijgt dit en maakt alles weer één, verbindt met de ander, verbindt met de werkelijkheid.
Op dit moment, nu de Aarde aan een shift bezig is, heeft dat consequenties voor mensen die nog sterk in de dualiteit zitten. De ruimte om dualiteit te beleven neemt af en zal uiteindelijk verdwijnen. Omdat de ruimte nu afneemt, komen mensen die sterk in dualiteit geloven, steeds meer in een bubbel terecht. Waren eerst hun ingebeelde vijanden nog ver weg en vaak ietwat abstract, nu komen ze dichterbij. Nu zijn het familieleden, vrienden en buren: die worden gezien als misleid en worden daarom niet meer vertrouwd.
Natuurlijk wordt er dan steun gezocht bij gelijkgestemden. Bij hen vinden ze alleen geen liefde en vriendschap, alleen maar meer dualiteit. Ze versterken alleen maar de angst en paranoia. De bubbel komt nog meer los te staan van het licht.
Voor buitenstaanders is het belangrijk te beseffen dat iemand die in zo’n bubbel leeft, hoe onmogelijk en vijandig hij of zij zich ook gedraagt, in essentie lijdt en ongelukkig is.
De kern van de bubbelpsychologie is deze: naarmate de bubbel kleiner wordt, neemt dualiteitsdenken toe en wordt ronduit paranoïde. Ook het lijden neemt toe. Mensen die in zo’n bubbel leven, maken die bubbel heel groot en belangrijk; want hoe kleiner die bubbel er uitziet, hoe belangrijker hij of zij zichzelf ziet.
Dit lijden wordt uiteindelijk zo groot dat de bubbel verlaten wordt.
Dit kan wanneer mensen binnen die bubbel ervaren dat mensen buiten de bubbel het helemaal niet zo slecht bedoelen en het helemaal niet zo verkeerd zien. De menselijkheid, de liefde, wint het dan van de paranoia. Een andere mogelijkheid: het leven wordt op de een of andere manier verlaten. In beide gevallen verdwijnt de bubbel uit het aardse systeem om niet meer terug te keren.
De Aarde verkleint in deze tijd dus de ervaringsgebieden waarin dualiteit beleefd kan worden. Het worden steeds meer kleine donkere bubbels die tenslotte als zeepbellen uiteenspatten. Het bewustzijn in de bubbel kiest dan voor liefde, of het verlaat het systeem van de Aarde.
Uiteindelijk, als al die bubbels verdwenen zijn en de mensheid als geheel het eenheidsbewustzijn omarmt, is de nieuwe Aarde werkelijkheid geworden.
En het kwaad dan?
De basis van het geloof in dualiteit is het bestaan van het kwaad. Dat is wat dualiteit is: goed tegenover kwaad.
Als je zegt dat alles één is, dan lijk je het bestaan van het kwaad te ontkennen. Het ene is immers goed. En dat het kwade er is, is natuurlijk moeilijk te verteren.
Echter: als alles één is, betekent dit geen ontkenning van het kwaad, maar een ontkenning van het kwaad buiten ons. Alles is één betekent eigenlijk: alles is in ons.
Als alles één is, is alles in mij, en zit dus ook het kwaad in mij. Zeggen dat alles één is, is dus geen ontkenning van het kwaad, maar een uitnodiging om het kwaad in jezelf – je schaduw – onder ogen te zien en daarvoor verantwoordelijkheid te nemen: plaats het niet langer buiten je.
Kijk de dader in jezelf aan en heb hem lief. Innerlijke vrede vinden we door de daders en slachtoffers in onszelf elkaar te laten ontmoeten in de liefdevolle ruimte die we zijn.
En dit is de ruimte die de nieuwe Aarde ons aanreikt.
Dit is het verschil tussen een mens en een engel. De mens van de nieuwe Aarde is een engel die het kwaad ervaren heeft en geweest is. Hij heeft daardoor een diep begrip en een diepe liefde voor iedereen die nog worstelt en lijdt in de dualiteit.
Wees niet bang om die geïncarneerde Engel te worden: kijk je schaduw aan en zeg er 'ja' tegen
De nieuwe Aarde wacht.
© Gerrit Gielen