Lieve mensen, Ik ben Jeshua. Ik ben hier bij jullie als een gelijke, als een vriend en broer. Samen gaan we dezelfde weg.
Ook ik heb in mijn leven een nacht van de ziel meegemaakt, meerdere nachten zelfs. Maar de donkerste nacht in mijn leven beleefde ik toch wel vlak voordat ik stierf aan het kruis.
Wat mij toen het meest bezeerde was niet zozeer de pijn die mij door mijn vijanden werd berokkend, maar meer en vooral de angst die ik ervoer toen ik zag dat mijn volgelingen, met wie ik mij
verwant voelde – mijn vrienden, mijn gelijkgestemden, mijn zielsverwanten – gingen twijfelen, toen ik zag dat ze wankelden in hun geloof: dat veroorzaakte in mij uiterst diepe angst en
verdriet.
In mijn leven als Jeshua op aarde had ik een grote passie, een grote hartstocht: een gedrevenheid om licht en bewustzijn te brengen in een wereld die steeds meer verzandde in machtsstrijd, een wereld waar gekonkel en veel ongelijkheid heersten, waar het gelijke in alle mensen niet meer werd gezien. Ik wilde onder de mensen de kracht van het hart en de kracht van de liefde terugbrengen. Ik wilde hen vertellen van een andere, een mogelijke wereld die begint in het hart van ieder afzonderlijk, die begint in je eigen hart.
Gedurende mijn leven waren er mensen die geraakt werden door mijn boodschap, door de energie die ik kwam brengen. Die is niet alleen van mij; die wordt gedeeld door alle mensen die verbonden zijn vanuit het hart. Degenen die het dichtst bij mij waren, die mijn volgelingen werden genoemd, alle mensen die met mij de roep van het hart voelden en zich om mij heen verzamelden, waren als broers en zussen, mijn zielsverwanten.
Mijn boodschap, mijn missie, zo voelde ik, hing heel erg af van de manier waarop zij ermee omgingen, van hun openheid, en daarvan dat zij het verder zouden verspreiden. Er was eigenlijk sprake van een samenwerkingsverband tussen mij en degenen om mij heen, mijn zielsverwanten: gezamenlijk wilden wij vanuit zielsniveau een nieuwe energie op aarde brengen. Maar de tijd was daarvoor nog vroeg: er was veel onbegrip en misverstand rond datgene wat ik wilde zeggen. Voor een goed begrip daarvan was veel nodig, werd veel van mensen verwacht. Er kwam dan ook veel tegenstand, weerstand tegen mij en tegen mijn boodschap.
Op een gegeven moment werd het duidelijk dat de gevestigde macht mij niet alleen niet wilde, maar mij zelfs wilde elimineren, verwijderen. Die dreiging hing al een tijdje in de lucht. Ik liet het gebeuren. Op een gegeven moment was het zeker dat ik veroordeeld en ter dood gebracht zou worden. Dat ik niet vluchtte veroorzaakte verwarring onder mijn volgelingen, mijn zielsverwanten met wie ik één was in mijn hart. Zij waren ontsteld dat ik mij zou laten ombrengen door de gevestigde macht, dat ik mee zou gaan in die beweging. En zij waren ook diep gekwetst dat het meest dierbare wat zij in zich zelf ervoeren, het levende licht, waarvan ik een vertegenwoordiger was, op zo’n agressieve wijze zou worden gesmoord; daardoor ontstond in hen angst, woede en vertwijfeling.
Zo was er veel beroering in de mensen om mij heen. Af en toe voelde ik me in die laatste periode voor mijn dood heel eenzaam. Dat was mijn nacht van de ziel. Ik twijfelde eraan of mijn leven wel vervuld was, of mijn doelen wel bereikt waren, of ik wel alles had gedaan wat ik kon. De intensiteit van de emoties in mij en de mensen om mij heen die van mij hielden, was enorm. Te midden van dergelijke zeer intense emoties is het moeilijk om de geest helder te houden, en het grotere perspectief te blijven zien.
Dat is het kenmerk van een nacht van de ziel: dat je af en toe verdrinkt in je emoties, dat er geen ruimte meer is van waaruit je die emoties kunt bezien, kunt omarmen met je licht. Dat kan uiterst verstikkend aanvoelen.
Zo was het soms ook voor mij. Ik was ook een mens, net als jullie. Denk niet dat ik verheven was boven dat soort emoties.
Als ik hevig twijfelde ging ik ’s nachts soms naar buiten. Ik zocht de nacht letterlijk op. Dan was het stil. De hemel en het land lagen daar stil en open voor me, en ik probeerde uit alle macht dat grotere perspectief te vinden, het lijntje naar boven, naar God, om te voelen dat het goed was, dat mijn weg goed was.
Soms voelde ik een lichtstraal van boven die mijn hart bereikte; dan kon ik me voor een moment overgeven. Dat was een onberedeneerbaar moment: dat je voelt dat alles goed is. Alles is zoals het is, en het is goed. Alles wat naar boven komt aan emoties in jezelf of in de mensen om je heen: dat mag er allemaal zijn. Het wil ooit eens gezien worden.
Momenten van diepe crisis brengen heel veel naar de oppervlakte; dat kan weer tot grote transformatie leiden. In zo’n geval ging ik weer gesterkt in vertrouwen terug naar mijn bed. Dan kon ik even in overgave leven.
Niet het einde was voor mij het moeilijkst, maar de tijd daarvoor, toen ik voelde dat het energetisch veld tussen mij en de mensen die mij het meest nabij waren fragmentariseerde, dat het hier en daar brak. Dat was voor mij het zwaarst.
Om meerdere redenen vertel ik jullie dit.
Ten eerste omdat dit voor jullie heel herkenbaar is. Velen van jullie hebben een nacht van de ziel meegemaakt waarin je je enorm alleen voelt, waarin er geen bevestiging of erkenning is van buitenaf, waarin je je niet beschermd, gesteund of geleid voelt door iets buiten je. Binnen in je kolken er dan emoties, maar je mist op dat moment een baken, een anker van buiten. Dàt is de nacht van de ziel: dat je verdrinkt of dreigt te verdrinken in je emoties, en dat er dan niets is om je aan vast te houden. Je bevindt je dan in een vrije val.
Dat is ook wat ik meemaakte. Er waren momenten in mijn leven, vooral als ik ’s nachts buiten was, dat ik even rust en overgave ervoer. Die momenten zijn er ook voor jullie. En die bereik je als je inziet dat je de nacht van de ziel niet kunt beheersen, niet kunt overzien. Je kunt niet zien wat er achter de nacht aan nieuw land ligt. Je geest, je verstand moet het loslaten.
Op het moment van die intense emoties en het ontbreken van elk baken sta je alleen, alleen in dat moment. Met beide voeten sta je op een klein stukje grond, en je ziet niet eens wat de volgende stap zal zijn.
Dit is mijn raad voor als je je in zo’n moment bevindt: Neem slechts één stap tegelijk; concentreer je op wat op dat moment het belangrijkste voor je is. Geef je over aan het moment. Als jij je helemaal focust op het heden, alles van toekomst en verleden loslaat, overstijg je het aardse zijn. Je geeft dan toe dat je het niet weet, dat je het totaal niet begrijpt. Dat is in feite een vraag om hulp, een uitreiken naar iets wat jou overstijgt. Juist dan kan er een lijn naar boven ontstaan, een lijntje naar een ruimer perspectief dat niet eens in woorden te vatten is. Je hart wordt er door geraakt, terwijl je verstand het niet kan verklaren.
Door het grotere in je leven toe te laten, door je denken even los te laten, geef je jezelf de kans om zo geraakt te worden. In een moeilijk moment gebeurt dat vanzelf. Als je werkelijk wanhopig bent kun je niet meer denken. Daarom ligt de diepste pijn en wanhoop ook dicht bij het moment van vertrouwen en overgave. Dat is wat een diepe crisis, een nacht van de ziel, je kan brengen.
Een lijn naar boven, zoals ik het noem, is ook een lijn naar je diepste zelf; die is onafhankelijk van welke kracht dan ook buiten jou.
Dan gebeurt er iets direct tussen jou en God, tussen jou en de kern van het leven. Dat is de vrucht van de nacht van de ziel. Zulke momenten in je leven betekenen een enorme mijlpaal, een enorme innerlijke overwinning van je ziel.
Jullie kijken vaak naar de buitenkant van het leven om te bepalen of iemand zijn zielsmissie heeft volbracht. Jullie vragen je dan af of die persoon iets in de wereld heeft neergezet wat van betekenis is, iets waardoor andere mensen worden geraakt. Maar ik zeg je: dat is van secundair belang, niet zo belangrijk als je het vergelijkt met die innerlijke overwinning.
Als je te midden van kolkende emoties, van angst, woede of wanhoop, even een glimp kunt opvangen van het perspectief van je ziel, een moment van overgave, dan is er sprake van een werkelijke doorbraak. Om dat hier op aarde te bereiken is je ziel hier geïncarneerd.
Dat je in het donkerst van de nacht een lichtstraal toelaat, daar groei je van als ziel. Dat wordt opgeslagen in je zielsgeheugen, zodat je er later op kunt terugvallen. Op die manier bouw je beetje bij beetje een anker in jezelf. Zo verliep ook mijn weg tijdens mijn leven op aarde.
Die innerlijke weg is het allerbelangrijkste.
De tweede reden voor dit verhaal van mij is dat het helemaal bij jullie past.
In veel van jullie levens hier op aarde werden jullie diep geraakt door de Christusenergie, de energie van licht, van bewustzijn, van eerlijkheid, van verantwoordelijkheid en van verbinden vanuit het hart. Die energie is in jullie op enig moment in het verleden wakker gemaakt. Ook hebben velen van jullie geleefd in de tijd dat ik, Jeshua, op aarde was, of in de tijd waarin de Christusenergie langzaam op aarde werd verspreid, dus in de eerste eeuwen na mijn dood. Jullie dragen allen een herinnering mee aan die ontkiemende energie die zo beloftevol was, met uitzicht op een nieuwe wereld. Doordat jullie daardoor geïnspireerd werden en net zoals ik die hartstocht in je hadden, weken jullie in je gedrag vaak af van wat gangbaar was in de maatschappij van die tijd. Het leek alsof jullie net een paar stappen vooruit liepen. Vaak werden jullie niet begrepen, zelfs gestraft en afgewezen om wat je zei of uitstraalde. Je brak met de gevestigde orde; dat was bedreigend voor degenen met macht en aanzien.
Toen hebben jullie ook traumatiserende nachten van de ziel doorgemaakt die lijken op die nachten van de ziel van mij.
Vaak werden jullie geconfronteerd met een voor je gevoel onbegrijpelijk grote agressie; die werd tegen jou gericht, puur en alleen omdat je jezelf was wanneer je vanuit je hart je licht wilde verspreiden. Ook heb je moeten ervaren dat je alleen stond, dat er geen gelijkgestemden meer om je heen waren, of dat je op gruwelijke wijze van hen werd geïsoleerd, dat je de verbinding kwijtraakte met het veld. De energetische verbinding die je met gelijkgestemden had, werd vaak doorbroken op momenten dat je gewelddadig werd vervolgd. Je voelde dan niet meer de bedding, de verankering die je kunt ervaren als je met gelijkgestemden bent, met zielsverwanten.
Dus naast de agressie die er op je af kwam vanuit de buitenwereld, was er vaak ook een breuk in relaties met mensen die je na stonden; dat doet vreselijk veel pijn in je ziel. Het leven wierp je terug op een grote, intense eenzaamheid.
Het is je toen niet altijd gelukt om de verbinding met God te herstellen, het lichtstraaltje uit de hemel op te vangen. Zo draag je ook pijn met je mee uit vorige levens, levens waarin je het licht niet of niet meer zag door alles wat er op je af kwam.
Maar jullie zijn weer teruggekomen, opnieuw geïncarneerd. Opnieuw hebben jullie beproevingen ondergaan. Steeds meer is er in jullie een vaste, stevige basis gelegd. Die is helemaal van jou alleen. Die is er, onafhankelijk van krachten buiten je. Dat fundament heb je gelegd tijdens al die momenten dat je je kon overgeven toen je werd geconfronteerd met tegenspoed, met angst, met kolkende emoties van wanhoop en machteloosheid, en je ondanks dat toch een moment van overgave wist te bereiken. Dat zijn de momenten van waarheid, de momenten van groei. In al die levens heb je die basis gelegd.
Maar er waren ook momenten dat het goed ging: dat je erin slaagde het licht van je ziel vast te houden.
Denk nu aan die momenten. Voel eens je vermogen, opgebouwd in al die levens, om te vertrouwen, om ondanks alles toch te geloven in de grotere zin en betekenis van wat er gebeurde, ook al kon je daar met je menselijk verstand niet bij komen. Voel eens dat diepe, onvoorwaardelijke vertrouwen dat je in glimpen steeds hebt kunnen opbrengen.
Houd je nu eens niet bezig met de gepijnigde kant van jezelf, met de twijfelende of wanhopige kant. Richt je op die andere, op die onvoorstelbaar moedige kant in jezelf waardoor je nu weer hier zit, waardoor je opnieuw geïncarneerd bent, opnieuw in dit leven op aarde aanwezig bent. Roep die kracht op in jezelf.
Zie er maar een kleur of licht bij. Geef het een vorm zodat het tastbaar wordt voor je menselijke geest. Laat het door je heen stromen… dat is de wedergeboorte van de Christusenergie in deze tijd. Jullie hebben het helemaal in jezelf ontwikkeld. Ik vraag je dan ook om eerbied en respect te hebben voor je eigen ontwikkeling, je steeds te herinneren waar het om gaat.
Als je je in een nacht van de ziel bevindt, doe het dan stap voor stap. Houd je alleen maar bezig met het heden, met de stap die je hier en nu moet zetten. En geef het over. Je hoeft het niet te vatten, te bevatten met je verstand. Geef het over. Dan word je geraakt door krachten die het menselijk verstand te boven gaan; die kunnen je leiden op je weg.
Je bent een menselijke god of een goddelijke mens. Laat de god en de mens in jou samen komen, samen spelen. Sta het goddelijke toe door je heen te stromen. Geef je er aan over. Je blijft dan helemaal mens, maar door je ogen en door je handen straalt dan een licht dat eeuwig en onvergankelijk is.
Zo breng je de energie van thuis op aarde. Zo breng je de hemel op aarde.
Dank je wel voor je aandacht.
© Pamela Kribbe