De grootste uitdaging waarin we in de 3/4e dimensie voor staan, is het herontdekken van onze eigen goddelijke natuur. Het is de impuls hiertoe die ons op het pad van spirituele groei zet,
en het is deze impuls die betekenis, levensvreugde en inspiratie als een vanzelfsprekende bedding in ons bestaan terugbrengt.
Deze ontdekkingsweg is primair een innerlijke aangelegenheid. Ongeacht welke externe mechanismes er ook aan het werk zijn, uiteindelijk zijn we zelf verantwoordelijk voor de oogkleppen die we
zelf opgezet hebben.
Het vraagt om het herschrijven van onze innerlijke overtuigingen en geloofssystemen die voorschrijven dat we in een goddeloze, materiële, eindige werkelijkheid leven, zoals de derde dimensie ons
doet geloven.
De eerste stap in het herschrijven is te aanvaarden dat we in een veel grotere werkelijkheid leven dan we kunnen waarnemen.
De tweede stap is te aanvaarden dat de werkelijkheid goddelijk is, dat er een enkelvoudig bewustzijn achter schuilt dat de werkelijkheid heeft geschapen en regeert.
De derde stap is te aanvaarden dat deze goddelijke werkelijkheid niet alleen geschapen is door dit enkelvoudige bewustzijn maar tegelijkertijd ook een belichaming is van dit enkelvoudige
bewustzijn. Dat dit enkelvoudige bewustzijn allesomvattend is en de gehele werkelijkheid erbinnen valt, inclusief wijzelf.
En de vierde stap is te aanvaarden dat men zelf niet alleen onlosmakelijk deel uitmaakt van die goddelijke werkelijkheid en dat enkelvoudige bewustzijn, maar dat de goddelijke natuur daarmee ook
in ons leeft, en we dus in essentie zelf ook goddelijk zijn.
Atheïsten worstelen in hun overtuigingen en geloofssystemen met de eerste twee stappen. Misschien niet bewust maar in ieder geval onbewust. Zij zijn zo verblind door de materie, dat zij elke
subtiele wenk van hun ziel om hun mind te openen naar andere mogelijkheden, naast zich neer leggen. Religieus gelovigen aanvaarden de eerste twee stappen, maar worstelen met de derde en vooral de
vierde stap. En binnen de spirituele kringen lijkt het wel omarmd te worden dat God allesomvattend is, maar er lijkt ook nog veel twijfel te bestaan over de vierde stap, de vraag of men zichzelf
wel “goddelijk” zou mogen noemen.
Dit terwijl het erkennen van onze eigen goddelijke natuur juist een essentiële stap is op de ontdekkingsweg die ons terugbrengt bij ons Ware Zelf en ons waarlijk vrijmaakt.
Ik zou hen die daaraan twijfelen de vraag willen voorleggen: Kun je je voorstellen dat God niet iets externs is, maar allesomvattend is, het totaal aan bewustzijn is? En dat dat betekent dat God in alles leeft, maar dan ook in alles, en dus alles goddelijk te noemen is? Elke molecuul van elke vorm, organisch en anorganisch. Elke planeet, elke steen, elke mineraal, elke plant, elk dier, en ja, elk mens. Dat elk wezen, elke levensvorm, een energetische uitdrukking van bewustzijn is, en dat alle energie op quantum niveau met elkaar verbonden is, een hechte éénheid vormt en te bezien is als één grote oceaan van energie. En dat die grote oceaan tegelijkertijd een uitdrukking is van een enkelvoudig bewustzijn, waarbinnen alle gedifferentieerd deelaspecten zich zelfstandig voortbewegen en unieke percepties en ervaringen beleven, als diversiteit in éénheid.
Spreekt de druppel water in de oceaan een onwaarheid als het zegt dat het de oceaan is?
Komt het voort uit ego wanneer de druppel zich identificeert met het geheel van de oceaan?
Of is het tegendeel waar, is het simpelweg een neutrale omarming van die waarheid, en is het de krampachtigheid van het menselijk ego zelf, dat door de invloed van beperkende overtuigingen en
eigenwaarde worstelt met het vraagstuk hoe groot of hoe klein het zichzelf mag beschouwen, en hoe het zich dient te verhouden tot de rest van het totale bewustzijn? Hoe zou een egoloos, vrij
perspectief van de druppel op het idee dat het de oceaan is, er uit zien? Dat de druppel accepteert dat het is zoals het is, zonder subjectieve invulling, zonder inkleuring door de eigen
persoonlijkheid, zonder er een waardeoordeel over te vormen? Waarin de druppel noch de neiging heeft zich kleiner te maken dan het is, noch de neiging heeft zich groter te maken dan het is.
Waarin de druppel gewoon weet en erkent dat diens essentie dezelfde is als dat van alle andere druppels, en dat van de oceaan als geheel?
De krampachtigheid van het ego om zichzelf goddelijk te noemen, lijkt voort te komen uit een worsteling in eigenwaarde, identiteit en individualiteit.
Natuurlijk ondersteund door het illusoire werkelijkheidsbeeld dat we voor onszelf geschapen hebben, waardoor we weinig extern bewijs van deze goddelijkheid zien in onze buitenwereld. Mogelijk is
er ook een aanklamping van het ego aan de twijfel zélf, in zijn strijd om zelfbehoud, omdat de aanvaarding van goddelijkheid en het transcenderende, bevrijdende effect dat dat heeft, diens
bestaan bedreigt. Het ego, en zijn zelfgeschapen identiteit, dankt zijn bestaan immers aan illusie. Het Ware Zelf zou dan mogelijk deze identiteit, het Illusoire Zelf, verdringen. En misschien
komt de krampachtigheid van het ego ook wel voort uit angst. Angst om zo een grote aanname te doen, angst om misstappen te maken, angst om veroordeeld te worden, angst om uit de gratie van God te
vallen, angst om negatief te scheppen. En misschien komt het voort uit een worsteling over de eigen definities van het ego van bescheidenheid en arrogantie, waarbij bescheidenheid ten onrechte
gelijkgesteld wordt aan zichzelf klein houden, en er geen ruimte bestaat voor het tegelijkertijd erkennen van je grootsheid én bescheiden zijn.
Maar wat als je bescheidenheid definieert als een inherent neveneffect van liefde, waarin je jezelf niet klein hoeft te houden, jezelf niet hoeft te vergelijken, en je de grootsheid en
goddelijkheid in ALLES erkent, en dus OOK in jezelf?
Is het dan wel mogelijk je eigen goddelijkheid te aanvaarden, en daarin tegelijkertijd toch ook bescheiden te zijn? Te accepteren dat je essentie dezelfde is als dat van iedereen, van alle
druppels binnen de oceaan én dat van de oceaan zelf? Zonder in vergelijking te treden met de andere druppels, vanwege de vorm die ze tijdelijk hebben aangenomen in hun oneindige ervaringsweg en
het evolutiestadium waarin ze momenteel verkeren? En te accepteren dat gelijkheid niet hetzelfde is als gelijkwaardigheid? Dat niemand gelijk is in vorm en evolutiestadium, maar dat ieders
essentie gelijkwaardig is, en alles en iedereen in die zin per definitie een gelijke waarde heeft? Vanuit een realisatie dat we in essentie allemaal puur bewustzijn, puur geest, zijn, dat bestaat
voorbij tijd, ruimte en vorm? Als we er zo naar kijken, kunnen we de goddelijkheid van het bestaan, dat in alles en iedereen leeft, vieren zonder er krampachtig over te doen, en zonder te denken
dat we daarmee God tegen de haren in strijken.
En dan wat evolutie betreft.
Als alles binnen het enkelvoudige bewustzijn van God valt en dus alles goddelijk te noemen is, doet de vraag in welk evolutiestadium een levensvorm verkeert, er dan toe om te bepalen of het
goddelijk is of niet? Is er een voorwaarde op de ladder van bewustzijnsgroei, die zegt: Jij bent goddelijk, en jij nog niet? Of is alles binnen die oceaan van energie sowieso goddelijk, ongeacht
diens evolutiestadium, en doet het er niet toe of een levensvorm een lange of de korte ervaringsweg heeft gekozen? Is de amoebe (eencellig organisme) dan
niet net zo goddelijk als Jezus, en dus ook elk mens? Dit nog afgezien van het feit dat tijd een illusie is, en dus evolutie sowieso relatief is. Het momentele evolutiestadium van elk wezen is
slechts een gelokaliseerde snapshot in tijd en ruimte, terwijl alles in het eeuwige NU plaatsvindt, en alle andere evolutiestadia van elk wezen tegelijkertijd reeds bestaan op een ontelbare
hoeveelheid andere tijdlijnen.
Dan wat de externe mechanismes betreft, die een reflectie vormen op de perceptie van de werkelijkheid die we zelf geschapen hebben met onze beperkende overtuigingen en geloofssystemen.
Deze mechanismes vormen samen een illusiematrix, die om de Aarde heen is geplaatst. Deze illusiematrix is kunstmatig en technologisch van aard, en is er alles aan gelegen om zoveel mogelijk de
illusie van “ongoddelijkheid” op Aarde in stand te houden. Dat gebeurt op vele, verschillende niveaus. Het schept op alle mogelijke manieren afleiding, verleiding en misleiding, om onze focus weg
laten leiden van onze goddelijke natuur. Atheïsten worden gestimuleerd om zo materialistisch mogelijk naar de werkelijkheid te kijken. Religieus gelovigen worden gestimuleerd om zoveel mogelijk
het goddelijke buiten zichzelf te plaatsen. En de spirituelen die wel aanvaarden dat de goddelijkheid zich in hen bevindt, worden gestimuleerd zoveel mogelijk te twijfelen of zij zichzelf wel
goddelijk mogen noemen. Elke denkbare afstandneming van onze Ware Zelf wordt met volle kracht gestimuleerd.
Het omarmen van onze goddelijkheid is de grootste bedreiging voor het voortbestaan van de illusiematrix. Deze matrix investeert alles wat het heeft om ons in illusie hierover te houden, en ziet onze ego’s graag in worsteling verkeren over onze ware identiteit en onze ware kracht. Het doet er alles aan om te voorkomen dat we in de staat terechtkomen die Jezus en Mattheüs beschreven: wanneer ons geloof maar groot genoeg is, zullen we bergen kunnen verzetten en dezelfde wonderen kunnen verrichten die Jezus deed, en meer. Dit geloof gaat voorbij aan alleen het hebben van een rotsvast geloof en vertrouwen in God, in het bestaan van God en in de liefde van God voor de mens. Het gaat ook om het geloof in de eigen goddelijkheid, en de eigen Godgegeven scheppende krachten. Het gaat om het bewegen van GELOOF naar WETEN. Het onwrikbaar weten van de goddelijke aard van de werkelijkheid als geheel, het onwrikbaar weten van de eigen goddelijke aard, en het onwrikbaar weten over welke scheppende vermogens we zelf beschikken. Dat WETEN vraagt van ons dat we onszelf vrijmaken van alle twijfels en beperkende overtuigingen en geloofssystemen, die ons klein en onmachtig houden, inclusief het idee dat we onszelf niet goddelijk zouden mogen noemen.
De krachten achter de illusiematrix zien ons natuurlijk graag zoveel mogelijk twijfelen. Onze twijfel is hun ingang om ons over de verkeerde streep te trekken. Daar waar we twijfelen, trachten zij zoveel mogelijk invloed uit te oefenen op onze overwegingen, logica, intuïties, aannames en conclusies. Daar waar gezonde twijfel ons ook positief kan helpen in het ontwikkelen van onderscheidingsvermogen, kan de energie van twijfel ons ook ontkrachten, wanneer het zekerheden wegneemt over ons zelfbeeld en ons beeld van de werkelijkheid. Twijfel over de fundamenten van het bestaan kan letterlijk en figuurlijk de grond onder onze voeten wegslaan, waardoor we energetisch gronding verliezen en beïnvloedbaarder worden voor dergelijke krachten. De krachten achter de illusiematrix verbinden zich graag met de energie van twijfel en trachten die te versterken. Ze voeden gedachten die twijfel bevestigen, die tornen aan zekerheden en die eigenwaarde verlagen, in de hoop dat deze gedachten kristalliseren en zich bestendigen tot overtuigingen, om zo onze geprojecteerde realiteit te worden. Het is goed hier bewust van te zijn. Ik heb zelf jaren geleden meegemaakt hoe een entiteit van buiten mijn aura een lijntje had weten te leggen naar een wolk twijfel energie bij mijn hoofd, en via dit lijntje de twijfel energie aan het opblazen was. Met als gevolg dat ik maar bleef twijfelen over een zeker onderwerp, aanvankelijk niet realiserend dat de twijfel eigenlijk niet door het inhoudelijke onderwerp kwam, maar door de opgeblazen twijfel energie zelf. De oplossing lag niet in het uitdenken van het onderwerp, maar in het onthechten van de twijfel energie en daarmee het stoppen met nadenken over het onderwerp.
Natuurlijk zijn deze krachten ook diep geïnfiltreerd in de wijze waarop we onze verhouding tot het Goddelijke door de geschiedenis heen geïnstitutionaliseerd hebben. De kerk heeft een grote, conditionerende rol gespeeld in het klein houden van mensen, door zich te positioneren tussen mens en God, door schaamte, schuld en zondebesef erin te hameren, door andersdenkenden te verketteren, en door alle verschijnselen van multidimensionaliteit te verbieden en te verbergen. Multidimensionaliteit is bij uitstek hetgeen de illusiematrix bedreigt, het maakt de sluiers zichtbaar die toegang bieden tot werkelijkheden voorbij de illusiematrix. Het kennismaken met de multidimensionale aard van de werkelijkheid helpt om onze eigen goddelijke natuur te leren kennen, te begrijpen en te aanvaarden. Het is dan ook geen toeval dat in de huidige transitietijd er de afgelopen eeuwen, en met name de afgelopen 50 jaar, veel esoterische kennis is vrijgegeven vanuit de lichtwereld. Natuurlijk doen de krachten achter de illusiematrix er alles aan deze nieuwe, esoterische kennis te vertroebelen en te corrumperen, als onbetrouwbaar en onzuiver te bestempelen, om ons in twijfel en onwetendheid te houden, en als bonus verdeeldheid te zaaien tussen oude ideeën en nieuwe ideeën, en tussen religie en spiritualiteit.
In de spirituele kringen lijkt wel algemeen te worden geaccepteerd dat we multidimensionale wezens zijn en dat we een Hoger Zelf hebben, maar hoe dit vervolgens precies in elkaar steekt wordt dan vaak weer in het midden gelaten. Terwijl wanneer je je verdiept in wat het Hoger Zelf is, je erachter komt dat het eigenlijk een verzamelnaam is, of een kapstok term is, voor een grote hoeveelheid hogere zelven, zelfdelen die in verschillende, hogere dimensies verkeren. Deze zelfdelen zijn niet alleen deel van ons, zij ZIJN ons, en wij zijn hen, op andere bestaanslagen die wij nog niet kunnen waarnemen. Wanneer we onze identiteit in een multidimensionale context op een technische en complete manier zouden willen definiëren, dan zouden we dit ons Totale Multidimensionale Zelf kunnen noemen. Het Totale Multidimensionale Zelf omvat alle lagen van ons wezen, verspreid over vele dimensies. Alle lagen, alle zelfdelen in dit Totale Zelf, hebben hun eigen unieke perspectief en hun eigen zelfstandige ervaringen. En al deze zelfdelen worden beïnvloed en geïnspireerd door hun andere zelfdelen. Overigens vallen onder het Totale Zelf natuurlijk niet alleen onze Hogere Zelven, maar ook onze Lagere Zelven, lagere zelfdelen, elementaire bewustzijnsvormen die we ook ZIJN, die deel van ons uitmaken.
Wanneer we kennis zouden maken met al deze zelfdelen, zou onze mond openvallen van verwondering en verbazing. Sommigen geïncarneerd in tijdelijke levensvormen, anderen niet geïncarneerd. We zouden de meest wonderlijke wezens waarnemen, die wij allemaal ZIJN, in andere vormen, plaatsen, tijden, dimensies en zelfs andere universa. Wezens die we op Aarde niet kennen, en wezens die we op Aarde als louter fictieve en mythologische figuren beschouwen. Aardewezens, zoals elfen, feeën, kabouters en trollen. Gevleugelde, engelachtige wezens in vele varianten. Draakachtigen in vele varianten. Kristallen, planten en dieren waar we nog nooit van gehoord hebben. Zoogdieren, vissen, vogels, reptielen en insecten die op andere planeten en in andere dimensies leven die groter dan de mens zijn en een hoger IQ hebben. En weer vele hybride vormen daarvan. En dan zijn er natuurlijke de vormeloze, niet-geïncarneerde zelfdelen, waarvan sommigen puur licht zijn, puur bewustzijn, en de vrijheid hebben elke vorm aan te nemen die ze willen, zonder te hoeven incarneren.
Je kunt onze lichtlichamen ook als zelfdelen beschouwen. En zoals een universum uit honderden dimensies bestaat, beschikken wij ook over honderden lichtlichamen. We hebben niet alleen een fysiek, emotioneel, mentaal en spiritueel lichaam, zoals je wellicht wel eens leest in vereenvoudigde weergaven op dit onderwerp. Vooral het zogenoemde spirituele lichaam splitst zich op in vele, subtiele lichamen. Een aardig, visueel hulpmiddel om deze lichtlichamen in te beelden is het Russische Matroesjka poppetje. Stel je voor dat dit poppetje uit honderden poppetjes bestaat, en dat de mens, het fysieke lichaam, het allerbinnenste, allerkleinste poppetje is, en alle grotere poppetjes daaromheen onze lichtlichamen van een niet-fysieke natuur zijn. En hoe groter het poppetje, hoe ijler, lichtender en hoogfrequenter het lichaam. Voor de context van dit blog rijst dan de interessante vraag wat voor wezens dan de buitenste poppetjes vormen, onze grootste lichtlichamen, onze Hoogste of Grootste Zelven. Wie zijn onze Hoogste Zelven? Wat zijn dat voor bewustzijnsvormen, waar leven ze en wat zijn hun vermogens?
Zoals ik het ervaren heb, en door de jaren heen vele malen bevestigd heb gekregen door vele betrouwbare bronnen om mij heen, bevinden zich onder deze Hoogste Zelven, onze Elohim Zelven. Zij bevinden zich in de hoogste dimensies van de kosmos, voorbij de dimensies die de universa vormen. Zij zijn scheppende wezens en scheppen hele universa. Zij ontwerpen, bouwen en monitoren de universa, en populair gezegd, springen er ook zelf in. Althans, zij laten delen van zichzelf afsplitsen en erin afdalen, om zo hun eigen creaties te ervaren, maar ook om de rode lijn van het scheppingsverhaal binnen hun universa aan te sturen. Zij zijn immers verantwoordelijk voor hun eigen creaties en spannen zich daarom in om het tot een goed einde te brengen, een universele cyclus te voltooien.
Ik heb in eigen meditaties ervaren, en dit wordt ook bevestigd door helderziende ervaringen van anderen en door meerdere esoterische werken, dat de Elohim zich in een enorme, laboratorium-achtige omgeving bevinden waarin ze experimenteren met universa. Ze scheppen de structuren, de natuurwetten en de blauwdrukken voor de levensvormen voor een universum, en kijken dan hoe het verloopt, en hoe de bewustzijnsvormen het universum ervaren. De Elohim volgen ook elkaars experimenten, en kunnen ervoor kiezen ook in elkaars universa te stappen, en daarin te participeren. Een bijzondere natuurwet die is ingesteld voor dit universum is de vrije wil. Die maakt het leven binnen dit universum extra interessant, aantrekkelijk en kleurrijk, maar ook veel complexer en riskanter. De bewustzijnsvormen in het universum kunnen er immers een potje van maken, hun vrije wil misbruiken en tot disproportionele destructiviteit overgaan. Ik zeg disproportioneel, omdat enige destructiviteit natuurlijk en noodzakelijk is voor de totstandkoming van een universum. Creatie en destructie vormen de twee zijden van dezelfde medaille. Er dient een afdaling, een val in bewustzijn, plaats te vinden om tot kristallisering van vorm te komen, en deze afdaling vereist destructie.
Hoewel ik liever niet defensief ben in mijn blogs, wil ik hier toch kort anticiperen en ingaan op de ideeën die over de Elohim bestaan, die online rond bewegen op internet. Mensen die lezen over de duale geschiedenis en totstandkoming van de mensheid, komen gauw in aanraking met hoe Elohim en Nephilim rassen waren die de mensheid geschapen zouden hebben en in slavernij houden. Als gevolg hiervan veroordelen zij vaak de Elohim als duale wezens waar je ver weg van moet blijven.
Het is zaak dit in een veel grotere context te gaan zien en begrijpen.
Allereerst kan men niet stellen dat dit de Elohim zijn, slechts dat het afgedaalde aspecten van de Elohim zijn, die duale rollen op zich hebben genomen. De Elohim in pure, ongedifferentieerde, niet-afgedaalde vorm bevinden zich in de hoogste dimensies van de kosmos, kennen geen dualiteit en stappen geen seconde uit hun staat van onvoorwaardelijke liefde. Ik ben lang geleden in meditatie eens door hen in een 80D lichtfrequentie gezet, en de kracht van dit licht was onbeschrijflijk. Ik werd lichtelijk geëlektrocuteerd, de ervaring van mijn fysieke lichaam verdween volledig, en ik kon geen enkele negatieve gedachte vormen, zelfs al zou ik het hebben gewild. De Elohim in pure vorm bevinden zich in dimensies boven 300D, om een idee te geven. Ongeacht hun absolute zuiverheid op die dimensionale niveaus, betekent het echter niet dat zij geen rol hebben in dualiteit. Zoals gezegd, destructie heeft een rol in de universele cyclus, en de Elohim dragen een verantwoordelijkheid om dit aan te sturen. Dus natuurlijk zullen er dan eigen, afgedaalde zelfdelen duale rollen moeten spelen, het kan niet anders. Dit is het universele mechanisme, waarin de gevallen draken en gevallen engelen bijdragen aan de universele afdaling om de materie te scheppen. Dit raakt de kern van het scheppingsverhaal, om na de val in bewustzijn glorieus collectief op te stijgen, wat de gelukkige omstandigheid is waarin de mensheid op Aarde op dit moment verkeert. Eén van de grote uitdagingen voor ons mensen is het ontwikkelen van een neutraal overzicht op deze universele mechanismes, het helpt ons uit oordeel op dualiteit te stappen, en onvoorwaardelijke liefde te ontwikkelen.
Daar waar ik hier even over de Elohim in de derde persoon sprak, wil ik terug naar het gegeven dat wij allen zelf de Elohim ZIJN.
De Elohim zijn hoogdimensionale zelfdelen van ons Totale Zelf. Zij zijn één van onze buitenste Matroesjka poppetjes. Wij mensen zijn niet slechts “de kinderen van de Elohim”, wij zijn hen. Ook
wij zijn hun afgedaalde zelfdelen, en ook wij hebben allen duale dingen gedaan om mens te kunnen worden, ieder van ons. Overigens is de term “Elohim” een benaming die wij hen zelf hebben gegeven.
Het komt honderden keer voor in de Hebreeuwse bijbel en betekent letterlijk “Vele Goden”.
Het feit dat wij onze Elohim Zelven zijn, veronderstelt dat wij als mens niet alleen goddelijk zijn omdat we allen binnen het alomvattende, enkelvoudige bewustzijn bestaan, maar dat wij, wanneer
maximaal uitgezoomd, ons Totale Zelf beschouwend, allen zelf ook Goden of Creators zijn. Wij zijn immers allen zelf scheppers van universa. Toegegeven, om dat ook echt daadwerkelijk met vol
bewustzijn en waarneming te doen, het scheppen van universa, vraagt om een samensmelting met onze Elohim Zelven, wat het resultaat van een evolutieweg is die nog vele miljarden jaren duurt. Maar
dat doet niets af aan het feit, dat wij onze Elohim Zelven zijn, en dat dat bewuste potentieel van het scheppen van universa in ons bestaat.
Het zal vast mensen triggeren, die in hun achterhoofd hebben: “Maar er is maar één God! Wat een grootheidswaanzin!”
Wat ik echter meermalen vernomen heb vanuit de geestelijke wereld, is dat wij onderscheid mogen maken tussen Goden en Prime Creator Source. Prime Creator Source is het enkelvoudige,
allesomvattende bewustzijn, waar alles deel van uitmaakt, ook onze Elohim Zelven. Onze Elohim Zelven zijn één van de eerste afsplitsingen binnen het allesomvattende bewustzijn van de Prime
Creator Source. Zij hebben van Prime Creator Source het scheppende vermogen gekregen om universa te creëren. En dat scheppende vermogen maakt van de Elohim wezens scheppers, creators, of goden.
Ik heb vernomen dat wanneer in de geestelijke wereld aan “God” gerefereerd wordt, meestal bedoeld wordt: de schepper van een specifiek universum, en niet Prime Creator Source. En de eerste
opsplitsing van het Elohim Zelf, of “God van een universum”, levert vervolgens de wezens “Moeder God” en “Vader God” op, de eerste opsplitsing waarin de rollen van Body en Mind worden verdeeld
voor het universum.
We maken het onszelf nodeloos moeilijk in discussies door zoveel lading te hangen aan de terminologie rond het woord God, terwijl je dit eenvoudig zou kunnen vertalen als: schepper of creator van een universum. En als er vele universa zijn, zijn er vele scheppers, vele ”goden”. En als elk levend wezen het potentieel in zich draagt om een universum te scheppen, dan is elk levend wezen een schepper. De vragen die er in deze context eigenlijk werkelijk toe doen, zijn: Wie zijn wij in onze totale omvang, en hoe groot is ons creatief potentieel werkelijk? Wat als dit potentieel inderdaad niet ophoudt bij de verlichte staat van Jezus, maar nog veel verder gaat, iets waar Jezus nota bene zelf op hintte? Ik heb ooit geleerd dat verlichting op Aarde slechts 10% vertegenwoordigt van de weg naar de Bron. Zou ons potentieel zo ver kunnen gaan dat wij uiteindelijk, wanneer wij in een samengesmolten perspectief terechtkomen met onze eigen, hoogste zelven, inderdaad hele universa kunnen scheppen? Multidimensionaliteit leert ons precies dat.
Je zou kunnen zeggen dat wij mensen, als het binnenste Matroesjka poppetje van ons totale wezen, het fysieke centrum zijn van ons eigen universum. Wij zijn de fysieke ankers van het universum dat onze eigen Hoogste Zelven geschapen hebben. Dit feit veronderstelt dat er een oneindige hoeveelheid universa in het multiversum bestaat, maar ook dat we allemaal, hier en nu op Aarde, een realiteit ervaren die in werkelijkheid is opgebouwd uit vele universa, die door elkaar heen lopen en elkaar overlappen. Het feit dat we hier op Aarde dezelfde ervaringen ervaren, doet empirisch vermoeden dat we in een enkel, gezamenlijk universum leven, maar dat is dus niet zo. Er is mogelijk wel een centraal universum in het spel dat een anker vormt voor de gezamenlijke ervaring, maar de collectieve ervaring wordt geschapen door de betrokkenheid van vele universa tegelijkertijd. We ervaren de Aarde en wat er op Aarde gebeurt als een consensus realiteit, een klit van vele universa waarin onze overeenstemmende overtuigingen en geloofssystemen deze microwerkelijkheid in stand houden. Dit is waarom gezegd wordt dat wanneer hier op Aarde positieve veranderingen ontstaan, dat doorklinkt naar andere universa. De Aarde speelt in dat opzicht een belangrijke rol van een multi-universele hub in een multi-universeel scheppingsverhaal.
Hoe ziet die beweging er dan uit, van verlichting op Aarde, tot uiteindelijk het scheppen van universa? Wat voor tussenstappen bestaan er? In onze spirituele groei groeit ons gerealiseerd, belichaamd bewustzijnsveld langzaam uit tot de grootte van een heel universum, en daaraan voorbij. We krijgen daarbij steeds meer toegang tot informatie, en we krijgen steeds grotere verantwoordelijkheden toegedicht. Dit kan leiden tot functies als het geestelijk regeren van een planeet, zonnestelsel, een heel sterrenstelsel, en uiteindelijk zelfs een heel universum. Door middel van bezieling van zo’n hemellichaam of stelsel, of door deel uit te maken van councils. Natuurlijk zijn er ook vele andere functies die we tussentijds kunnen vervullen in allerlei intergalactische samenwerkingsverbanden, in dienstbaarheid aan de éénwording van de Schepping. En de vrije wil maakt dat dat zo’n mooie, avontuurlijke weg is waar je naar smaak projecten kunt aangaan, zonder haast te hoeven maken. En in de dienstbare uitvoering van die projecten groeien we, in frequentie, en in liefde en wijsheid.
Wanneer je stil staat bij dit alles, ook bij het bestaan van onze eigen Elohim Zelven, wordt het dan gemakkelijker om te aanvaarden dat we allen goddelijk zijn? Onze hogere zelven zien graag dat we hen erkennen en met hen in interactie gaan. Erkenning en interactie scheppen vele, nieuwe mogelijkheden tot groei, niet alleen voor ons, ook voor hen, want zij, onze zelfdelen, groeien met ons mee. Het vergroot het aantal manieren waarop we dienstbaar kunnen zijn, en het helpt onze zelfbekrachtiging en bewuste manifestatie. Want wie kun je beter aan je zijde hebben dan de eigen zelfdelen, die je beter kennen dan je jezelf kent, niets dan je hoogste goed voor ogen hebben, en in staat zijn hele universa te scheppen?
Het is natuurlijk ook weer niet de bedoeling dat ons ego aan de haal gaat met labels, hechting en identificatie met de status van goddelijkheid.
Het is zaak om de waarheid van onze goddelijkheid in ons hart, voorbij ego, te voelen. En te blijven herinneren dat die goddelijkheid in alles en iedereen op gelijkwaardige wijze leeft,
en iedereen en alles als zodanig te behandelen.
En als dat niet in één keer lukt, en er een stukje ego aan plakt, dan is dat ook ok. Want ik durf te stellen dat het een veel groter probleem op Aarde is dat mensen zich te klein houden, dan dat
mensen zich te groot maken. Je kunt beter te groot dromen dan te klein dromen. En de Nieuwe Aarde heeft mensen die hun eigen grootsheid, hun eigen goddelijke natuur, erkennen en groot dromen,
hard nodig.
Daarom: Dream big. En wanneer je er klaar voor bent, erken je goddelijkheid. Ik erken jouw goddelijkheid in ieder geval alvast, of je er klaar voor bent of niet. 😉
Maxim Lazet
https://maximlazet.nl