De leraar en de leerling

 

Velen noemen zichzelf leraar, slechts weinigen noemen zichzelf leerling. Toch zul je eerst leerling dienen te leren te zijn, alvorens je leraar kunt en mag zijn.

 

Hier stopt het niet, na jaren leerling geweest te zijn, kan men, indien geschikt bevonden door de leraar, tijdelijk een functie van leraar aangeboden worden.

 

 

Een ware leraar zal echter nooit stoppen met groeien en leren. Ook de leraar zal uiteindelijk oplossen te bestaan. Een leraar is namelijk tevens een proces van groei, en na jarenlang leraar geweest te zijn, zal een leraar het inzicht ontvangen dat het geen leraar is, geen leerling is, maar dat het gewoon is.

 

Het gewoon zijn is los van titels en bepalingen.

Het is een volkomen vrije staat van zijn, los van alles, ongehecht en tegelijkertijd verbonden met alles wat is.

Er wordt niet ervaren dat een bepaalde stroming de waarheid is en de rest niet, er wordt niet ervaren een afkeer te hebben voor het ene en een voorkeur te hebben voor het andere. Er is een neutrale vrije staat van zijn, zonder gedachten.

 

Er zijn geen verwachtingen meer, er hoeft niets meer bewezen te worden, men hoeft niet meer in het middelpunt van belangstelling te staan, interessant of mooi gevonden te worden. Men hoeft geen indruk meer te maken wanneer men voorbij is aan titels, bepalingen, regels en gezag.

 

Een wezen wat vrij is van alle aardse zaken, verzonnen door de afgescheiden mens, zal leven vanuit het allerhoogste weten.

 

Het zal zichzelf niet promoten, het leeft in vertrouwen. Wat komt en wat verschijnt wordt gezien zoals het is. En wat gezien wordt is enkel vrede en rust, in ieder moment. Niet enkel maar even één moment, nee altijd.

 

Ongeacht de omstandigheden. Zonder voedsel, met voedsel, met geld, zonder geld, met titel, zonder titel, met huis, zonder huis... dit wezen leeft in het midden van dit alles. Het maakt niets meer uit.

Dit wezen kan alles doen, dit omdat het de natuurwetten kent. Het is de natuurwetten bekomen, dit gaat als vanzelf. Het alles kunnen doen komt echter niet voort uit een tekort, uit een behoefte, behoeftes bestaan niet voor dit wezen omdat alles er reeds is.

 

Het is één geworden met de natuur, met God (al wat is), met ieder levend wezen is het één.

Het ervaart niet een missie te hebben, het ervaart niet iets te moeten doen, het weet namelijk dat DAT wat dient te gebeuren, uit zichzelf komt, dat dit onverwachts komt, dat dit verschijnt op het juiste moment, dat zij welke op zoek zijn naar hen toe worden geleid.

Dit wezen weet dit, herkent dit, voelt dit, ervaart dit... en staat er open voor.

 

Zo vond ik vorig jaar een ei tijdens de wandeling in de bossen. Ik nam het mee naar huis, heb wat rondgebeld bij vogelkenners en opvang (kreeg het advies het ei weer terug in de natuur te leggen), besloot om een broedmachine aan te schaffen, twee dagen later kwam daar een prachtig kuikentje uit, een fazantje.

 

DAT is openstaan.

 

DAT is het leven.

Beschikbaar zijn, geven, delen, liefde en vrede zijn, in ieder moment, altijd.

Meer is niet nodig.

Het is een illusie te denken dat jij een leraar bent, het is een illusie te denken dat je alles zo goed weet.

De afgescheiden mens weet niets, helemaal niets van dat wat werkelijk leven is.

 

Wij bepalen niet wat mag blijven leven en wat niet. Wij bepalen niet wat goed is en wat slecht. Wij bepalen niet wat sterft en wat ziek wordt.

Het enige wat wij mogen leren, is onvoorwaardelijke liefde, beschikbaar en in vrede leren te zijn.

 

Ik ben geen leraar, ik ben niets van alles wat men in deze wereld heeft bedacht om zichzelf een titel met naam te kunnen geven. Ik doe niets, ik hoef niets, als ik niet besta is het prima, als ik wel besta is het prima....

 

Ik ben gewoon lekker aan het zijn.

Wees welkom, maar besef; ik haal met liefde al jouw illusie onderuit.

 

Rani Savitri

 

Schrijf je in voor de Lichtwerkers Nederland nieuwsbrief