Pamela Kribbe channelt Jeshua
Voor meer info zie Jeshua, wie ben jij?
Lieve mensen, lieve gelijkgestemden,
Ik ben Jeshua die spreekt. Jullie zijn mijn broeders en zusters. Ik schuif hier aan als een gelijke, niet als één die verheven is boven jullie, maar als een vriend, een kameraad. Voel de gemeenschappelijke bron van waaruit wij verbonden zijn. Voel het leven stromen tussen ons, de verbinding die heel en vrij maakt.
Heb eerbied voor jezelf, net zoals je die hebt voor anderen. Eerbied wil zeggen: jezelf hoog achten; beseffen wie je werkelijk bent en wat je op je hebt genomen. De reis die je hebt afgelegd om hier en nu in een lichaam van vlees en bloed op deze aarde te zijn, was een sprong in het diepe. Diep in jou bestaat een geloof, een kracht, een bewustzijn van waaruit je koos hier te zijn. Ieder van jullie heeft “ja” gezegd tegen deze incarnatie, tegen je huidige leven. Na dat moment van “ja zeggen” zijn er twijfels gekomen, zijn er ervaringen geweest op aarde en oude herinneringen aan andere levens, die dit heldere en duidelijke ja hebben versluierd. Je voelt je af en toe verloren in het aardse avontuur, alleen en verlaten. Ik ken die pijn van binnenuit.
Jullie hebben mij te vaak afgeschilderd als een heilige, een verlichte die alles wist en begreep. Dat was maar ten dele waar; ik heb diepe twijfels gekend en angsten doorleefd. Dit was deel van
mijn weg zoals het deel is van jullie weg. Zie mij in mijn onvolmaaktheid, mijn gebrokenheid. Toen ik op aarde leefde, was ik bezield en geïnspireerd door een groot licht dat onuitsprekelijk is,
dat liefde bevat, verwondering, schoonheid, humor en wijsheid. Daarvan ik wilde getuigen.
Dit licht was niet van mij, maar kreeg wel door mij heen gestalte, net zoals dat bij jullie het geval is. Ook jullie zijn dragers van dit licht.
Tegelijk had ik diepe momenten van vertwijfeling, ervoer ik onbegrip in mijn omgeving en voelde ik me vaak niet herkend, net als jullie. Echter, juist door deze ervaring van gebrek kon ik met begrip uitreiken naar mensen die zich eenzaam en wanhopig voelden, mensen die pijn leden, fysiek of emotioneel, en mensen die zich spiritueel in een woestenij waanden. Al deze mensen kon ik bereiken, en begrijpen, omdat ik zelf de emoties, stemmingen en gedachten had ervaren die zij doormaakten. De menselijke ervaring met al zijn hoogtes en dieptes is nodig, ja onontbeerlijk, wil je hier je licht laten schijnen. Wat jullie nu in je leven ervaren als duisternis of blokkade is deel van je weg. Het is niet iets slechts dat je terzijde moet schuiven. Het gaat er veeleer om de blokkade of het donker in jezelf te accepteren en het te verwarmen met het licht van je hart. Als je het donker in jezelf vergelijkt met een steen, is het de bedoeling de steen van binnenuit te verlichten zodat het een prachtige edelsteen wordt.
Transformatie is jullie roeping: de duisternis in te gaan, haar te doorgronden vanuit je hart en van binnenuit te verlichten. Concreet: het hele scala van menselijke emoties te ondergaan, te doorvoelen en het met bewustzijn te omringen. Dán ontwaakt de Christusenergie in een mens. Het tot in de diepte ervaren van je kwetsbaarheid en gevoeligheid als mens is daarvoor nodig. Je kunt de unieke kracht en schittering van de Christusenergie niet ontwikkelen in hoogontwikkelde etherische gebieden waar weerstand ontbreekt, waarin de uitersten van de menselijke ervaring afwezig zijn. Verlicht worden doe je op aarde. Zie dus datgene in jezelf wat jou tegenhoudt, afremt of dwarszit en wat je verfoeit, als precies jouw bestemming, precies de reden en het doel waarom je hier bent. Dit is jouw weg naar het licht. Het donker dat je ervaart in jezelf, je irrationele angsten of dwangmatige gedachten, de kronkelingen in je gevoel: juist door deze heel menselijke energieën van binnenuit te verlichten met je bewustzijn, ontstaat er iets magisch, iets waardoor wonderen gebeuren. Het is het wonder van de liefde.
Over mij wordt verteld dat ik wonderen verrichtte in mijn leven, plotselinge genezingen, zowel lichamelijk als psychisch. Maar de magische kracht waarover ik beschikte was er niet een van een tovenaar, het was geen truc die ik toepaste. Soms kon ik mensen die er rijp voor waren, die op de drempel stonden van een innerlijke doorbraak, bereiken door mijn begrip van hun menselijkheid. Ik oordeelde niet over wie ze waren, hun negatieve of positieve kanten, ik was aanwezig vanuit een liefde die mij oversteeg, die direct van God kwam. Er waren mensen die in het contact met mij deze bovenpersoonlijke liefde ervoeren en deze liefde maakte hen heel en genas hen soms. Als je liefde herkent en toelaat, wordt je ware aard, je ware natuur wakker geroepen en dat kan een magisch effect hebben. Het plotselinge contact met je ware kern kan een golf van heling en zelfverwerkelijking teweeg brengen. Dat was wat er gebeurde in zo’n magisch moment. Het was niet iets dat ik deed voor de ander, het was iets dat zich voltrok in de interactie tussen ons.
Wat maakte dat ik het Christuslicht kon ontvangen en doorgeven aan mensen was dat ik open stond. En dit openstaan waarover ik spreek, bereik je als mens vaak door een crisiservaring. Voordat je werkelijk openstaat voor het christuslicht, zit je vaak gevangen in allerlei negatieve overtuigingen die een stroom van emoties en stemmingen creëren. Daarvan zit je vol. Vanuit die negatieve oordelen en overtuigingen probeer je je leven te creëren, totdat je tegen iets aanloopt dat zo groot en overweldigend is, dat het al je zekerheden en overtuigingen wegmaait. Je valt dan in een diep gat en dit kan heel veel angst oproepen. Dit kun je de nacht van de ziel noemen. Het is een beangstigende ervaring. Tegelijk is er, juist doordat je niets meer weet, de mogelijkheid dat je open wordt. Een deel van jou geeft het op. Een ander deel gaat juist openstaan. Het deel dat opgeeft, is het strijdende zelf dat het vaak beter weet, ongeduldig is, dat van alles wil en eist van het leven. Dat stuk sterft vaak in een crisis. En als je het durft te sterven, kan het licht naar binnen gaan schijnen. Een crisiservaring, iets dat te veel lijkt om te kunnen verteren, draagt de mogelijkheid in zich van een opening naar het licht. Je vindt het licht altijd door de duisternis heen. Dit is een zeer intense ervaring, want het stuk dat doodgaat, wil niet dood, het wil vasthouden. Het verzet zich.
Maak nu eens contact met het deel in jou dat zich verzet tegen het licht, tegen je eigen licht en tegen het licht van het universum dat door jou heen wil stromen.
Iets in jou wil zich afschermen, zich beschermen daartegen. Kijk eens of je dat kunt voelen in jezelf, de reserve, de aarzeling die je voelt als ik dit zeg. Stel je voor dat licht heel makkelijk
en vrij door je heen stroomt, door alle delen van je lichaam en naar buiten toe, de wereld in. Wat roept dat bij je op? Mag dat? Kan dat? Of is er iets in jou dat je wilt beschermen, wilt
afschermen? En kijk naar die terughoudende, afschermende beweging in jezelf en zie deze voor je als een schild. Vraag aan jezelf: “Waarom heb ik dit schild nodig?” Neem het schild serieus: er is
iets in jou dat het gevoel heeft dit nodig te hebben. Respecteer dat deel van jou. Het schild zit er om een reden, je gebruikt het om een heel kwetsbaar stuk van jezelf te beschermen. Zie nu welk
deel dit is. Wat in jou wil het licht niet toelaten? Welk deel in jou ervaart het als gevaarlijk? En benader dit deel zacht, als een kind. Zie het als een kind dat ontmoedigd is geraakt, dat haar
of zijn levensenergie naar binnen heeft geslagen. Benader dit kind met eerbied en zie eens hoe mooi het is, zelfs in die uiterste kwetsbaarheid straalt het nog schoonheid uit. Kniel bij dit kind
neer, omring het met mildheid en vriendelijkheid. Kniel neer in alle rust, zonder het kind te willen veranderen of iets op te dringen. Ga rustig en ontspannen bij het kind zitten.
Voel dan hoe jij de plaats in kunt nemen van dat schild. Tot nu toe heeft het kind zich veilig gevoeld doordat het afgeschermd werd met een schild. Een schild tussen jou en de buitenwereld, een schild ook tussen jou en jezelf, tussen jou en je diepste gevoelens. Kijk eens of jij de plaats in kunt nemen van dit schild, vraag het maar aan dat kind: “Sta je mij toe voor jou te zorgen en jou te beschermen? Vind je dat ik dit goed doe?” Vraag dat open en eerlijk aan het kind: “Bescherm ik jou genoeg?” En laat het vrijuit spreken. Misschien zegt het: “Nee, ik voel mij niet veilig genoeg, ik ben bang”. En vraag het dan wat het nodig heeft, wat jij voor haar of hem kunt doen om zich wel veilig te laten voelen. Neem er gerust de tijd voor. Dit gesprek met je innerlijk kind kun je steeds opnieuw doen, het is een levend wezen. Het is het deel van jou dat enorm veel liefde in zich draagt en heeft te geven. Maar het moet zich veilig voelen op aarde en daarvoor heeft het jouw zachtheid nodig en jouw trouw.
Op het moment dat jij je innerlijk kind laat beschermen door een schild, een afweermechanisme, ben jij er niet meer bewust bij. Je schiet bijvoorbeeld in weerstand of sluit je af op bepaalde momenten en je kunt er eigenlijk niet bij waarom dit gebeurt. Je kunt daar boos, teleurgesteld of ontmoedigd door raken. Er zijn dan automatische reflexen werkzaam die tussen jou en je innerlijk kind instaan. Door op rustige momenten steeds opnieuw het contact, het gesprek aan te knopen met het kwetsbare kind in jou, kun je dit geleidelijk aan gaan oplossen. Het vraagt om geduld en zachtheid. En het vraagt erom dat je werkelijk aanvoelt dat dit kwetsbare deel van jou geen obstakel is dat overwonnen moet worden. Het moet niet weg. Het is juist de bedoeling dat je mét en via dit kind groeit, door haar of hem te omhullen met begrip en standvastige liefde. Dan ontwaakt het Christuslicht in jou. De rigide overtuigingen, de constante zelfveroordeling en de onrust van het doorlopend strijden, maken plaats voor openheid en overgave. Je treedt jezelf tegemoet vanuit verwondering en oprechte aandacht, zonder van tevoren te weten wat je nodig hebt en wat goed is voor jou. Je laat je verrassen door de antwoorden van je innerlijk kind. Dit is jouw transformatieweg.
De ziel heeft iets te leren van de menselijke ervaring. Jullie zien soms de hemelse sferen, waarin de ziel thuishoort, als een volmaakte wereld, waar je bent uitgegooid. Nu moet je je zien te redden op aarde, een onvolmaakte, onherbergzame werkelijkheid waarin vele emoties aan je trekken en je uit balans brengen. Dit voelt als een straf. Maar die sferen waar je vandaan komt, die wereld van de ziel is niet volmaakt. Er is iets essentieels dat daar ontbreekt en om die reden ga je steeds de sprong in het diepe aan. Wat ontbreekt is het leven zelf: de diepe en intense ervaringen die je op aarde opdoet maken het mogelijk om inzicht, geduld, compassie en liefde op een werkelijk substantiële en tastbare manier te ontwikkelen. Dat is de spirituele betekenis van het leven op aarde. De glimpen van volmaaktheid die je hier op sommige momenten kunt opvangen, vaak op eenvoudige momenten van inzicht of puur genieten, wegen zwaarder dan jarenlang in een toestand van euforie verkeren in een hemelse sfeer. Zeker is het heerlijk om in een harmonieuze sfeer te zijn met minder zwaarte en weerstand, minder extreme dieptes en hoogtes. Jullie verlangen daarnaar.
Maar ontken niet de schoonheid en de diepe spirituele waarde van het leven op aarde en wat je daarin meemaakt. Jullie nemen de ervaring en de wijsheid van de innerlijke doorbraken die je hier meemaakt mee naar de sferen van licht en daardoor krijgen die sferen meer substantie, meer levendigheid. Er is een doorlopende wisselwerking tussen de aardse sfeer en de sferen aan ‘gene zijde’. Schat je eigen leven op waarde. Je bent moedig en daadkrachtig. Erken je eigen licht.
Ik geniet van ons samenzijn. Wanneer ik hier ben, ben ik niet in een lichaam. Toch word ik weer een beetje mens en herinner ik mij hoe het is om mens te zijn. De zwaarte, ja, maar ook de momenten van lichtheid, vriendschap en verbondenheid. Die raken de ziel bijzonder diep. Vriendschap en verbondenheid die op aarde worden opgebouwd, blijven werkzaam in de ziel. Het leven op aarde is kostbaar en wordt hoog geacht. Ik groet je vanuit mijn hart.
© Pamela Kribbe
www.pamela-kribbe.net