Lange tijd had ze zichzelf in 'de wachtkamer' zoet gehouden. Denkend en hopend dat op een dag alles en iedereen om haar heen zou veranderen, zodat mensen zouden zien wat voor mooie kwaliteiten ze
eigenlijk had.
De kansen om zelf in het licht te gaan staan, had ze voorbij laten gaan, uit een diepgewortelde angst dat ze niet goed genoeg zo zijn, zichzelf wijs gemaakt, dat een ander het vast veel beter kon dan zij zelf.
Zo gingen de dagen, weken, maanden en zelfs jaren voorbij. In de wachtkamer werd het steeds onplezieriger. Ze ging zich ergeren aan de mensen die wel 'in het licht gingen staan', ze vond ze vervelend en soms zelf egocentrisch, daarmee ging ze voorbij aan het feit dat deze mensen eigenlijk gewoon heel moedig waren en wel hun ketens van angst hadden afgegooid. Diep vanbinnen wist ze dat ook.
Ze probeerde het in de wachtkamer wel gezellig te maken, met mensen om zich heen, die ook in de wachtkamer wilde blijven zitten, dit terwijl het duidelijk was dat dit niet de werkelijke plek was,
waar ze wilde wezen en 'zijn'. Samen keken ze kritisch naar het mensen in het licht, ze waren het eens, dat ze het zelf verder ook niet echt slecht hadden. Toch gaven deze gesprekken geen
voldoening meer. Het klopte niet meer met het innerlijke gevoel, met de diepe stuwing die ze op zielsniveau voelde.
Op een gegeven moment had ze een verwarrende en intense droom. In deze droom werd alles gespiegeld zoals het werkelijk was. Ineens zag ze dat de mensen in het licht, hun eigen pijnstukken onder ogen waren gekomen. Ze zag dat deze mensen niet egocentrisch waren maar mensen met bezieling en passie.
Ze zag helder dat deze mensen ook met vallen en opstaan uit hun cocon losgebroken waren.
Ze zag zichzelf in deze droom aan de zijkant van het leven staan, niet echt deelnemend, maar slechts als toeschouwer. Diep vanbinnen was ze een prachtige ziel, dat kon ze zien en voelen in deze droom. Het was het lage innerlijke zelfbeeld wat ze in haar leven had 'aangetrokken' als een goed sluitende jas, dat haar zo liet projecteren op andere mensen. Ze werd er in haar slaap naar van. Maar gelukkig nam de droom een positieve wending, als gevolg van het beklemde gevoel wat ze had ervaren in haar droom.
Ze ging de wachtkamer verder onderzoeken en ze ontdekte al snel een deur, die een prachtige mystieke uitstraling had. Ze voelde wel angst, maar het verlangen om los te breken was inmiddels groter dan de angst. Ze besefte, mede door het feit dat er om haar heen mensen waren weg gevallen, dat ook haar leven eindig was.
Helaas, ontdekte ze dat er geen sleutel in de deur zat. Ze had geen idee hoe dit op te lossen. Ze keek naar de wachtkamer, die ze door en door kende, ze zag de mensen die haar vertrouwd waren, en haar vroegen om toch alsjeblieft te blijven.
Maar dat klopte niet meer.
Ze was deze situatie ontgroeid, al heel erg lang overigens. Verdrietig en teleurgesteld vroeg ze zich af, hoe ze uit de wachtkamer kon komen. Heel even wilde ze opgeven, totdat ze haar handen uitreikte naar de deur, waarna ze er direct achter kwam dat de deur nooit op slot had gezet. Al die tijd had ze al de gelegenheid gehad om zichzelf te bevrijden, echter door haar ingesleten angstpatronen was ze nooit echt op zoek gegaan.
Ze opende de deur en stapte er voorzichtig doorheen.
Ze kwam in een veld vol mogelijkheden. Het duizelde haar en het voelde goed. Intens goed! Haar angst maakte ruimte voor kracht. Haar verdriet maakte plaats voor vreugde. Haar gebrek aan zichtbaarheid veranderde in een 'sprong van vertrouwen'.
Het was in dat ene moment van moed, dat haar hele leven veranderde
Ze wist, er was nu nog maar één weg te gaan. Voorwaarts. Stap voor stap. Ze had zichzelf het geschenk van bevrijding gegeven!
Gerda Duin