Vandaag gaf mijn zoon van 3 mij een ontzettend waardevol geschenk.
We speelden aan tafel met de Playmobil. Het spel verliep gemoedelijk; de poppetjes reden in auto's en gingen op vakantie. Tot ze op hun bestemming arriveerden. Mijn zoon besloot met twee
poppetjes te gaan spelen, en ik kreeg er één. Hij zette zijn poppetjes recht tegenover elkaar en liet ze met elkaar fluisteren.
Nu gaf hij mij de opdracht dat mijn poppetje er doorheen moest gaan praten.
Ik zette mijn poppetje bij die van hem en zei: "Hallo!"
Er werd niet gereageerd.
Ik praatte er nogmaals doorheen, zoals mijn zoon mij zei te doen.
Weer reageerden ze niet.
Ik liet mijn poppetje iets harder praten en iets dichterbij gaan staan.
Maar de poppetjes van mijn zoon gingen volledig op in hun gesprek en mijn poppetje was lucht voor hen.
Ze negeerden mijn poppetje compleet.
En ineens voelde ik een trigger.
Ik moest er eigenlijk een beetje om lachen, dat ik me geraakt voelde door deze gespeelde scène met Playmobil poppetjes.
Maar het beeldde voor mij een situatie uit die ik zo'n 14 jaar lang dagelijks op school gevoeld heb.
Ik voelde diep van binnen een bepaalde wanhopigheid aangeraakt worden.
"Zie mij nou, hoor mij nou!" riep mijn innerlijk-kind.
Ik liet mijn poppetje nu heel luid roepen:
"Hee hallo?! Horen jullie mij wel?! Ik wil ook mee praten!"
Eindelijk stopten de poppetjes van mijn zoon met praten en draaiden ze hun hoofd naar mijn poppetje toe.
Ze reageerden heel bot en afwijzend en ik speelde dat mijn poppetje teleurgesteld was en zich afgewezen voelde.
Pijnlijk, confronterend.
Vanavond dacht ik nog eens terug aan deze scène en ineens drong het tot mij door: altijd wanneer ik voel dat er iemand met mij uit contact, uit verbinding gaat, doe ik een stapje naar voren om die verbinding tóch te proberen te creëren.
Om geen afwijzing te voelen.
Dit komt voort uit een diep overlevingsmechanisme.
Ik besefte ineens dat verbinding iets is wat ontstáát, en dat wanneer de verbinding vanuit de andere kant niet naar mij toe stroomt en er vanuit de ander geen openheid komt, ik juist een stapje terúg mag doen in plaats van vooruit.
Voor het eerst in mijn leven voel ik een grens.
Een grens in mijn openheid naar iemand die mij dit niet terug geeft.
En zo behoud ik de verbinding met mijzelf.
Wauw, dankjewel mijn lieve zoon, voor het aanreiken van deze les
Eliza Veldhuizen - Scheffer