Er zijn twee manieren van kijken naar je kind: vanuit je rol als ouder of vanuit een gelijkwaardig mens-zijn. Vanuit je rol als ouder is het belangrijk dat je liefdevol voor je kind zorgt
en het beschermt. Vanuit je mens-zijn is het belangrijk dat je op een diepere laag contact met je kind maakt.
Je ontmoet het kind vanuit liefdevolle gelijkwaardigheid. Hierin valt het leeftijdsverschil weg. In deze manier van kijken zit nieuwsgierigheid: wie ben jij? Er is vreugde in het contact. Het is een ware ontmoeting van mens tot mens. De aandacht die bij deze manier van omgaan met je kind hoort, is open en respectvol. Je ziet het kind als volwaardig mens en ziel.
Het ouderlijk ego
Hoewel je een kind moet beschermen en leren hoe het zich gedraagt in de wereld, ben ik er desondanks voor om zo ver mogelijk bij het woord ‘opvoeden’ vandaan te blijven.
❥ Wat vaak gebeurt in ‘opvoeden’ is dat een kind gecorrigeerd wordt vanuit het ego van een ouder.
Voor het ego voelt het lekker om zich ergens boven te kunnen zetten. Zeker op momenten dat een ouder het even niet meer weet – en dat zijn er veel, is mijn ervaring – grijpt het ouderlijk ego snel de regie door iets te verbieden, te corrigeren of door boos uit te halen. Het kind voelt zich afgewezen en – terecht – niet gezien en begrepen. De dwarsigheid die daaruit ontstaat, zorgt vaak weer voor nieuwe situaties waarin ‘opgevoed’ wordt. De vicieuze cirkel is rond.
Waarom? Omdat ik het zeg!
In opvoeden doen we vaak alsof we het beter weten. Maar heel vaak weten we het niet beter. Als ouder doe je feitelijk maar wat. Wie heeft immers de perfecte opvoeder gehad? Iedereen moet het ouderlijk wiel zelf uitvinden en dat is aftasten, uitproberen en achteraf evalueren. Voor velen is dat een onzeker proces en vanuit die onzekerheid kan nogal eens starheid ontstaan.
‘Maar waarom dan, mama?’
‘Omdat ik het zeg!’
Het ouderlijk superieure ego heeft z’n zegje gedaan. Het kind druipt mokkend af. Wat gebeurt er onderhuids? Het kind voelt wrok omdat er niet vanuit verbinding met hem of haar omgegaan wordt. Want dat is immers het kenmerk van het ego: het is altijd uit verbinding.
Ondertitel jezelf
Wanneer je een kind ziet als een volmaakte ziel die alleen maar wat minder jaren op de aardbol rondloopt, zou je jezelf wellicht wat vaker kunnen ‘ondertitelen’:
‘Goh, ik weet het echt even niet meer, wat vind jij ervan?’ is een zin die je tegen je kind zou kunnen uitspreken. Of: ‘Sorry dat ik net zo onaardig deed, dat heeft niets met jou te maken maar ik heb slecht geslapen vannacht.’ Simpele zinnen waarin je je menselijkheid laat zien aan het kind en vanuit daar contact maakt.
Het ouderlijk ego is bang de ‘controle’ te verliezen als er op deze manier met het kind omgegaan wordt. Echter, wanneer je met respect en in verbinding met het kind omgaat, zal het hierop resoneren. Dat is voor een kind zeer voelbaar. De hierboven beschreven dwarsigheid zal steeds meer afnemen, wrok verdwijnt; de liefdevolle band versterkt zich. Het contact wordt moeiteloos.
Prinsjes en Prinsesjes
Dit is overigens heel wat anders dan een kind verwennen. Tegenwoordig wordt er veel geklaagd over de huidige generatie ‘prinsjes en prinsesjes’. Verwennen hoort bij emotionele verwaarlozing. Een kind verwennen is jezelf verwennen; je schuldgevoelens afkopen, geen moeite willen doen om grenzen aan te geven, confrontatie mijdend gedrag richting een kind etc.
Allemaal redenen waardoor het werkelijke contact met het kind vermeden wordt.
Wat mij betreft het tegenovergestelde van liefdevol gedrag.
Agape versus emotionele liefde
Kinderen nodigen ons bij uitstek uit om ze lief te hebben vanuit ‘agape’; het Griekse woord voor naastenliefde. Dit is een onbaatzuchtige vorm van liefde waarin we liefde geven, zonder dat er een verborgen agenda is.
Meestal wordt er echter vanuit emotionele liefde van een kind gehouden:
‘Ik hou van jou, maar dan moet jij wel: van mij houden – je gedragen zoals ik dat wil – lief zijn – op mij lijken – mij minstens 1 x per week bellen, et cetera.
Deze voorwaardelijke liefde is omkleed met verborgen eisen die zwaar op een kind kunnen drukken.
Een kind is de richtingaanwijzer naar de oneindige, onvoorwaardelijke bron van liefde in ons hart die overloopt van liefde.
Wanneer behoeften, verwachtingen en (onuitgesproken) eisen in het contact van een ouder naar een kind wegvallen, kom je uit bij Agape. In deze transpersoonlijke liefde – die in ieder mens aanwezig is – houd je intens van je kind, maar je laat het vrij. Je hebt niets meer nodig van je kind.
Ouder zijn als identiteit
Voor veel ouders is hun ouderschap hun identiteit geworden. Eens ouder, altijd ouder. Zogenoemde ‘lege-nest-gevoelens’ leren je dat het de hoogste tijd geworden is om je rol los te laten en je opnieuw te bezinnen op je identiteit zonder die van vader of moeder. Uiteraard blijf je altijd liefdevol beschikbaar, alleen niet zozeer als ouder, maar als mens. Het zorgende en beschermende aspect valt weg; wat overblijft is een beschikbaar zijn indien nodig. Dat kan een uitdaging zijn, wanneer je gevoelens van zingeving ontleent aan het ouderschap. Als dit wegvalt moeten er opnieuw antwoorden gezocht worden.
Het kind als jouw leermeester
Wanneer je steeds meer in contact komt met die oneindige bron van liefde in jezelf en vanuit daar je kind begeleidt in zijn jonge jaren, geef je niet alleen je kind maar ook jezelf een onschatbaar cadeau.
Het kind is hierin jouw leermeester en wijst je hierin graag de weg. Je hoeft het alleen maar in de ogen te kijken en het echt te ontmoeten.
In die ontmoeting zal de transpersoonlijke liefde, weer wakker worden. Het enige wat je hoeft te doen is je telefoon wat vaker wegleggen en het cadeau in ontvangst te nemen
Wanneer ben jij echt met je kind voor het laatst samen geweest?
Heb je hem of haar werkelijk ontmoet?
Irene Verweij