Lieve mensen,
Wat ben ik blij dat wij vandaag weer samenkomen om de nieuwe tijd te vieren. Het is niet langer iets wat ver weg ligt, in de toekomst. Het is iets wat hier en nu, onder jullie handen en met behulp van jullie handen, aan het opbloeien is: een nieuw bewustzijn, een nieuw weten dat in de wereld geboren wordt. Het heeft te maken met de energie van het hart die in veel mensen aan het ontluiken is. En jullie zijn daarvan de pioniers, de wegbereiders.
Jullie zijn degenen die als eersten het zaadje in je meedragen en het op aarde planten. Jullie zijn lichtwerkers, degenen die in hun ziel een diep verlangen meedragen om het licht van bewustwording te verspreiden, zodat er meer vrede, vreugde en verdraagzaamheid op aarde kan zijn. Creativiteit, delen met elkaar: dat is wat jullie willen. Dat zijn de verlangens van jullie hart: in openheid en liefde met elkaar spelen zonder de zware verplichtingen, normen en waarden die jullie vanuit de traditie hebben meegekregen, en die nu als een loden last om jullie heen hangen.
We zijn bezig uit de tralies los te breken. Vaak duik je nog weg, bouw je een denkbeeldige kooi om je heen, waarin je in beklemming afwacht, en je afvraagt of je dat wel mag: je nieuwe licht neerzetten, in deze wereld stralen. Want nog steeds zijn er oude energieën werkzaam. De opgang van het nieuwe kan pas plaats vinden als het oude is afgestorven. Nadat er dus eerst een soort ondergang is geweest. En juist op het laatste moment, als de traditionele kaders gaan wegvallen en er een nieuw bewustzijn openbreekt, gaat het oude zich daartegen verzetten. En soms vliegt het jullie aan, en vraag je je angstig af: kan ik dit wel doen? Kan ik die wegbereider zijn? Kan ik het nieuwe aangaan? Is er in deze wereld wel plaats voor mij? Voor mij met mijn oorspronkelijke ziele-energie, mijn originele verlangen, de engel in mij? Mag de engel in mij wel hier zijn? Hier stralen? Mag zij groot zijn en anderen de hand reiken? Mag zij hier het leven vieren? Het delen met anderen, in vreugde en geluk?
Dat is waarvoor jullie gekomen zijn. Dat is jullie zielemissie: op aarde de engel zijn die je bent. En vergis je niet in jezelf. Jullie zijn pioniers, jullie zijn wegbereiders. Daarom pas je niet in het oude: de kaders en structuren van het verleden. Die zijn vaak gebaseerd op macht en autoriteit, op hiërarchische verhoudingen. Zeker in werksituaties hebben velen nog steeds een strak gedefinieerde rol, gaat het vooral om functies en vaardigheden, om specifieke talenten. Terwijl de engel in jou zich niet laat beperken tot specifieke vaardigheden die je kunt meten met diploma’s of opleidingen. De engel in jou is een bruisende energie, vanuit de bron van het leven zelf. Die laat zich niet beperken door gedachten en ideeën die ooit door mensen zijn bedacht, en die niet stroken met wie je werkelijk bent. Jullie moeten leren weer vertrouwd te raken met dat ongebonden vrije deel in het diepst van je wezen. Jullie zijn daar bang voor geworden. Als kind al werd je daarvoor een beetje bang gemaakt.
Een kind heeft de beschikking over een heel spontane stroom in zichzelf en geniet daarvan. Zie maar hoe een kind gemakkelijk leeft in die stroom, met spontane gevoelens en fluctuerende emoties, en ook met een heel duidelijke wil om iets wel of niet te doen. Het kind zegt heel makkelijk ja en nee tegen wat het wel en niet wil. Alle bedenkingen – zoals: mag ik dit wel of niet? kan ik dit wel of niet? – heeft een kind lang niet zo sterk als jullie.
Jullie krijgen een hoop beperkende gedachten mee in de loop van je leven. Maar vanuit een zielsverlangen, vanuit een licht dat in jullie brandt, hebben jullie op je genomen om de weg vrij te maken uit deze beperkende gedachten: in eerste instantie voor jezelf en daarnaast ook voor je omgeving. Door voor anderen een voorbeeld te zijn. Als jij leeft in je licht, in je grootheid, en als je die bruisende energie van de engel in jou durft neer te zetten, zonder beperkingen, als je niet bang bent voor wat anderen van je vinden, denken, en verwachten, dan word jij voor die anderen een engel van licht. Niet omdat je hen concreet helpt met iets, maar door wie jij bent: een bron van licht. Je bent mooi. En dat werkt aanstekelijk. Dat voelt licht, mooi en vreugdevol aan, en je hoeft er niet hard voor te werken.
Het helpen van anderen is geen werk, maar een zijnstoestand. Denk maar aan alle leraren die jullie op aarde zijn voorgegaan, die jullie vanuit de traditie kennen als meesters of heiligen. Zij leefden voor zichzelf en niet voor anderen. Zij ervoeren in zichzelf de bron van hun eigen goddelijkheid: de engel. Dat bracht hen in verrukking, in extase. Die kan moeilijk in woorden worden uitgedrukt. Zij voelden de bron van hun eigen zijn, onbeperkt. Zij brachten de hemel op aarde, omdat ze geen angst ervoeren, maar onbeperkt uitstraalden wie ze waren. En dat nodigde andere mensen uit. Die zagen een licht, en wilden bij hen zijn, omdat ze er blij van werden, opgelucht, ontspannen. Zo te zijn kostte de leraar geen inspanning. Hij was alleen maar gefocust op die bron van licht binnenin. De verrukking die zij daarbij ervoeren, wierp vanzelf vonkjes van licht naar anderen. Je hoeft er dus niet voor te werken. Jouw enige taak hier en nu, is dat licht in jezelf te vinden en ervan te genieten. Durf ernaar te leven! Want jullie zijn de leraren van nu, de leraren van de nieuwe tijd. Schroom niet om deze titel aan te nemen. Dat is geen kwestie van ego of arrogantie.
Voel in je ziel eenvoudigweg je diepe verlangen om verandering te brengen, om oude structuren bloot te leggen en die te openen voor een stroom van nieuwe liefde, vrijheid en creativiteit. Dat komen jullie brengen.
Hoe doe je dat? Hoe maak je contact met dat bruisende engelenlicht in je?
Dat licht is er al. Je hoeft het niet te vangen, te vinden, te zoeken. Het is er al. Het stroomt nu door je heen. Zonder dit licht zou je hier niet zijn. Het geeft leven aan al wat jij nu bent: aan je gevoel, aan je emoties, aan je lichaam. Zonder dit licht zou je niet hier op aarde aanwezig zijn. Het is er dus al. Het zit in alle cellen van je lichaam, in je hart, in je gevoel. Het is alleen bedekt geraakt. Op de ene plek meer dan op de andere, bedekt met een laagje duisternis, zou je kunnen zeggen. Of eenvoudig met een laag van niet weten, van niet in contact staan met wie je echt bent. Die laag wil ik wat nader bespreken.
Het is een laag, een sluier die je over jezelf hebt gelegd: een sluier van onwetendheid of van niet in contact staan met je wezenlijke zelf. Voel die laag maar binnen in je. Onbevooroordeeld. Vanuit het licht in jezelf, het licht in je bewustzijn. Voel maar even wat je beknelt. Misschien voel je het wel lichamelijk. Laat het dan gewoon toe. Voel je een beklemming in een van de energiecentra – in je buik, je hart, je keel of op een andere plek, kijk er dan met open vizier naar. Het mag er zijn. Het deert je niet. Je bent een engel, vol compassie, mededogen, en liefde voor jezelf. Stel je maar voor dat je simpel even een hand legt op die plek die zich binnen in je energielichaam beklemd voelt. Een zachte streling is voldoende, een gebaar dat zegt: ”Je mag er zijn. Het is oké. Ik leef met jou en wij komen er samen wel uit”. Vervolgens ga je wat dieper met je bewustzijn in dat donkere stukje, in dat stukje van niet – zijn, van niet mogen zijn die je bent. Daar leeft angst. Er kan verdriet zijn, boosheid. Ga er maar naar toe. Ga naar het donkerste deel in jezelf, naar wat je het meest beklemt, naar wat je als je gevangenis ervaart. Wij zijn daar met jou. Wij: dat zijn degenen van de andere zijde die jullie bijstaan. Ieder van jullie heeft gidsen. Je bent omringd door deze helpende energie. Kijk het maar aan: die duisternis in jezelf.
Ik ga nu een paar mogelijkheden na, een paar blokkades die je daar in die duisternis zou kunnen aantreffen. Kijk maar of iets je treft of raakt. Daarbij gaat het om de vraag: waarom mag mijn licht niet schijnen? Niet vrijuit de wereld in stralen? Wat belemmert mij? Een van de eerste angsten, een van de blokkerende overtuigingen die je daar tegen kunt komen, is:: ik kan het niet. Ik weet niet hoe. Ik twijfel aan mezelf. Ik mag het niet.
Kijk eens of je dit in jezelf herkent. Zo ja: wie heeft jou dat verteld? Misschien zie je daarbij een beeld van iemand in het bijzonder. Het kan een van je ouders zijn. Of iemand van wie je ooit een stuk ongeloof in je hebt opgenomen, iets in de trant van: ik mag niet zijn wie ik ben. Laat het maar rustig even voorbijkomen. Neem er de tijd voor.
Ga na wie of wat jou in dit leven het gevoel heeft gegeven van : ik mag het niet. Ik moet me inhouden. Ik kan het niet. Ik durf niet. Het is eng. Mensen veroordelen mij om wie ik ben. Het doet pijn om mezelf te zijn.
Roep die ervaringen op die je dat gevoel hebben gegeven. Kijk ernaar vanuit wie je echt bent. Vanuit de engel in jou. Leg er eenvoudig je handen omheen. Om die pijn, om die onzekerheid in jezelf. Kalmeer jezelf. Zeg: rustig maar. Ik twijfel niet aan jou. Ik ben bij je. Ik ben degene die voor je zorgt. Ik geef jou de zekerheid die je nodig hebt om het licht te doen ontbranden. Geef jezelf dat zetje. Omring jezelf met het licht van wie je bent, van je wezen, van de engel in jou. De engel in jou is niet onder de indruk van jouw angst. Ze kijkt ernaar met mededogen en liefde. Ze begrijpt hoe het zo gekomen is, maar laat zich daardoor niet overweldigen. Voel maar hoe jij groter bent dan je angst. Ervaar die angst! Aanvaard die angst! Ondanks die angst weet je immers wat je te doen staat. Voel het maar in al je ledematen, in je armen en benen: ik weet wie ik ben. Ik weet wie ik ben.
Nu kijken we naar een andere mogelijke blokkade. Dat is boosheid. Angst heeft te maken met zichtbaar worden in de buitenwereld. Je kunt daar sterke negatieve ervaringen mee hebben opgedaan. Dat kan in dit leven zijn, maar ook verder terug in andere levens. Dat je op een gegeven moment besloten hebt: “Ik wil dit niet meer. Ik wil hier niet meer zijn en mijn licht laten stralen.” Er is dan een onwil in je om je echt te laten zien. “Ik ben boos. Ik sluit mij af. Ik wil niet opnieuw zo naakt, open en kwetsbaar zijn.” Velen van jullie dragen ook wonden met je mee uit je kindertijd, toen je open en spontaan was, en toen je daar negatieve ervaringen mee hebt opgedaan. Iemand maakte een bitse opmerking. Iemand wees je af in je oorspronkelijkheid. Iemand deed jouw creatieve stroom stokken. Opeens voelde je: “Ik ben niet welkom. Ik word niet ontvangen door de ander.” Dan kun je iets op slot zetten in jezelf. Dan ontstaat er opgekropte boosheid. Zo van: “Nou laat dan maar. Ik doe niet meer mee.” En dan sluit je jezelf. Je sluit jezelf op binnen in jezelf. Je zit dan in een gevangenis. Vanaf het moment dat je dat deed – dat je je afsloot, opsloot in jezelf – had je geen andere mogelijkheid. Vaak was dit het enige wat je wist te doen om te overleven. Even de deur op slot. “Ik kan het niet verdragen, die pijn: de pijn van het afgewezen worden om wie ik ben. Ik moet mijn gevoel nu even afsluiten. Ik kan het niet langer verdragen.” Respecteer dat. Respecteer dat je dat toen hebt gedaan. Dat mechanisme van jezelf afsluiten is heel begrijpelijk.
Maar voel nu hoe jij sterker bent dan die pijn. Hoe jij jezelf de veiligheid kunt geven waar het aan ontbrak toen je afgewezen werd. Jij bent veilig in jezelf. Je hebt in wezen niets te maken met de wereld om je heen. In wezen hoef je niet te reageren op de dingen om je heen. Het gaat om jou. Om jou in jezelf. Sta jij jezelf toe te zijn wie je bent? Als jij jezelf toestaat te zijn die je bent, verdwijnen mensen die daar moeite mee hebben, vanzelf uit je omgeving; en degenen die met jou willen delen, die bij je horen, die voegen zich dan bij jou.
Wees niet bang voor afwijzing. Dat is een van de grootste blokkades die je ontmoet op je weg: de angst om afgewezen te worden. En omdat zo’n afwijzing pijn doet, is er een stuk onwil in jullie ontstaan om jezelf bloot te geven. Dat veroorzaakt de blokkade, waarover ik hier spreek: iets in jou verkrampt dan. Laat ook daar het licht naartoe gaan. Probeer het niet weg te halen, maar omring het met compassie, met mededogen. Zeg er als het ware tegen: “Ik snap je heel goed.” Benader dat stuk in jou als een boos kind. Vertel het maar dat het mag ontspannen. Dat jij het de ruimte geeft. Dat het jou niets kan schelen wat anderen ervan vinden. Dat jij weet wat goed is voor jezelf. Zeg tegen jezelf: “Ik ben die ik ben. Ik mag er zijn. Ik draag mijn licht uit met trots en waardigheid. Ik beschadig niemand met mijn licht. Ik ben eenvoudigweg die ik ben, juist in deze tijd van verandering en overgang.”
In deze tijd van verandering in de wereld op het gebied van bewustzijn, voelen jullie een sterke roep om nogmaals met je licht naar buiten te treden en mee te helpen bij deze bewustzijnsverandering. Juist dan kom je de diepste blokkades tegen in jezelf. Angst en ook onwil om jezelf weer neer te zetten als die engel van licht. Dan gaat het erom die blokkades te zien in jezelf en ze met liefde te omarmen. Zo kom je weer dichter in de kern van wie je bent, bij je bruisende engel zijn. Hoe meer je jezelf kunt omarmen, en jezelf de keren kunt vergeven dat je je in jezelf opsloot, en op die manier afsloot – een noodmaatregel die je trof om te overleven – des te meer word je je eigen kameraad, je eigen vriend, des te vrolijker word je. En des te meer signalen krijg je vanuit je hoger zelf of engel zelf over wat je te doen staat, over wat leuk is om te doen, te doen waar je blij van wordt. Wees niet bang om oude structuren los te laten: het maakt niet uit of dat een bepaald werk is dat je verricht of een gedachtepatroon dat je beperkt. Want er is iets nieuws voor je. Dat is geen precies gedefinieerde plek. Jullie zijn immers zelf degenen die nieuwe plekken creëren in de wereld, nieuwe soorten werk. Jullie passen niet meer in bestaande structuren. Jullie zijn de scheppers van nieuwe structuren die flexibeler en soepeler zijn, meer afgestemd op het bewustzijn van je hart. Daarom vraag ik jullie te vertrouwen op de bron in jezelf, op het bruisende licht. Jullie hebben de tijd mee. Jullie worden geholpen en gesteund als je durft te vertrouwen, als je weer de moed hebt je open te stellen en je volledig te verbinden met de bron in jezelf.
Het is tijd. Er is nu sterker dan ooit behoefte aan mensen zoals jullie die vrij en open willen delen van hun licht. Die niet meer bang zijn om voor gek te worden aangezien of te falen, niet te voldoen aan verwachtingen, die werkelijk andere mensen durven aan te zien, zonder last en zonder poespas. Die in vreugde de handen ineenslaan.
De tijd is aan jullie. Er wordt op jullie gewacht. En belangrijker nog: het is je eigen bestemming, je eigen voornemen. Het is de bron van de grootste vreugde om het licht in jezelf te gaan leven, om groot te zijn, te zijn die je bent, om niet te aarzelen te doen wat je voelt. Dat gevoel is je wegwijzer. Het brengt je waar je moet zijn. Ik dank jullie allen voor de lef, voor de moed die jullie al aan de dag hebben gelegd bij het vinden van je weg. Jullie geven niet op. Jullie nemen met minder geen genoegen. Daarom ook zijn jullie werkelijk de pioniers en de wegbereiders van het nieuwe op aarde.
Ik dank jullie daarvoor, want wij die hier bij jullie zijn – ik en degenen met mij – vertegenwoordigen de Christusenergie. Maar jullie zijn degenen die haar op aarde geboren laten worden. Jullie geven haar handen en voeten. Daarvoor hebben wij veel waardering en respect. Bedankt voor jullie komst.
© Pamela kribbe
www.pamela-kribbe.net