Het woord God brengt bij de meeste mensen iets in beweging. Soms een stroming, vaak ook een remming. Je leest een tekst en dan is daar ineens het woord God. Velen houden even stil op dat moment,
misschien maar een seconde, heel subtiel.
Er is even een innerlijke ongemakkelijkheid terwijl je daarna doorleest. Maar het woord God heeft je al uit de flow van inname gehaald.
God doorslikken is niet zo eenvoudig. Terwijl Licht, Bron, Universum of Liefde er gemakkelijker ingaan als koek, ligt dat bij God iets anders.
De beschrijving dat we Goddelijke wezens zijn, is inmiddels wel meer toegankelijk, maar misschien voel je ook hier al afgrijzen bij. Het woord God spant echter wel vaak de kroon.
Het woord is beladen met associaties en emoties, is eeuwenlang verdraaid, verfraaid of bespot, gebruikt als reddingsboei of excuus. En nog zoveel varianten meer.
Het is belangrijk je godsprojecties te kennen, te doorzien en terug te nemen zodat God kan terugkeren naar neutraliteit in jou.
Zodat het mysterie dat God is, weer voor je beschikbaar komt. Dat je er niks van begrijpt is geen probleem.
God is er niet op uit om te worden begrepen. God kan enkel als energie worden ervaren. Als de mens Goddelijk is, wat niets anders betekent dan ‘zijn als God’, dan moet ergens een begin zijn. Iets waaraan de mens gelijk is, wat weer herinnerd mag worden.
Met menselijke godsprojecties gekoppeld aan sterke emoties kan dat lastig zijn. Wanneer we onze vader en moeder niet aannemen als bron van dit aardse leven, dan blijft een deel van binnen leeg en zoekend. Net zo geldt dit voor ons Goddelijk zelf. Want waar vandaan komt dit?
Discussies over het wel of niet erkennen van God als kracht, zijn even gevarieerd en versplinterd als er mensen zijn. Ieder mens heeft een eigen pad en dit pad is in God. Of het nu wordt aangenomen of verworpen, dat maakt niet uit voor hoe het is.
God als scheppende kracht onder alle leven, de Ene, het ongrijpbare, het onbenoembare en toch enige wezenlijke. En door alles heen stroomt deze kracht, dieren, planten. Zonder God geen leven.
Alleen bij de mens is hier iets tussen komen staan door een eigen denkende ik-identiteit. Een beter weten, een zelf-God zijn en daarmee een ontkenning en afscheiding van de oer-levensbron.
Langzaam wordt de wereld er klaar voor het oneigenlijke dat de mens om zichzelf heen heeft gebouwd, af te laten vallen. Zodat het wezenlijke ruimte krijgt. Wij zijn op ons best als transparant kanaal voor de scheppende energieën vanuit de Godsbron.
In ‘mijn’ teksten krijgt God soms een bijna persoonlijk gezicht, maar net als in sprookjes is dat een metaforische en beeldende manier waardoor ‘informatie’ gemakkelijker haar weg vindt naar het onderbewuste en daar een gevoelsherinnering wakker maakt.
Omarm het mysterie, je niet-weten, dan kan God jou bereiken. Wanneer je vol zit met eigen conclusies, stuit de energie van God op deze persoonlijke muren. Enkel leegte kan ontvangen. Laat je verrassen, probeer ontvankelijke ruimte te blijven.
Een bloem is niet bezig met wie of wat God is, zij is gewoon beschikbare ruimte. En doordat God zich in haar volledig kan uitdrukken is zij hiervan een perfecte manifestatie. Zij heeft zichzelf niet nodig om mooier of langer te bloeien, alles gaat vanZelf.
Bij de mens is daar nog een slag te winnen.
Maar God vindt het prima. Is bij elke projectie gewoon aanwezig, dragend, omhullend, stil. Wetend dat op een dag zijn ware aard gekend zal worden...
Astrid Esmeralda
(Uit haar boek: Stille kracht - Hoofdstuk Zijn in God)