In het hart der trauma's, een verschrikkelijk gevoel van isolatie, ontkoppeling, eenzaamheid.
Volg je trauma tot de verwoestende kern, tot het hart van de duisternis, dan zul je onvermijdelijk de oerwond ontmoeten, de pijn van alle pijnen.
Verlaten door moeder, vader. Vergeten en onbegrepen door de wereld. Uit de hemel verstoten en gescheiden van de Godheid. Gescheiden van het leven.
Natuurlijk, het is een illusie. Je was nooit gescheiden van de bergen, de bossen, de diamanten druppels ochtenddauw. Je was nooit gebroken, nooit verrot in je kern, nooit gescheiden van de Ene. Je was altijd geliefd. Het verschrikkelijke hart van de duisternis was altijd je eigen prachtige hart van licht, zo kwetsbaar, zo krachtig, zo beminnelijk, zo echt.
Uiteindelijk kunnen anderen ons niet redden. Ieder van ons is geroepen onze eenzaamheid onder ogen te zien, in het hart van ons trauma te duiken en daar troost en toevlucht te vinden. Anderen
kunnen onze bevende handen vasthouden, maar ze kunnen niet voor ons reizen.
Er is geen externe redder, en de leugen van de liefde is dat een ander mens - ouder, partner, goeroe of god - je compleet kan maken.
Nee. Je compleetheid ligt in je gebrokenheid. We kunnen elkaar niet redden, maar we kunnen samen huilen, samen wandelen, onze verschrikking, onze afschuw, onze schaamte, onze hoop en ons ontzag delen.
Wandelend in het bos bij dageraad, ontmoeten onze ogen elkaar.
Ik herken jouw verlangen als het mijne.
Liefde is een herkenning.
Jeff Foster