Deel 1
In mijn praktijk merk ik dat er veel vrouwen zijn die een weerstand hebben tegen de mannelijke energie. Ze associëren die met agressie, wreedheid, seksueel misbruik en onderdrukking.
Eigenlijk een lager iets waar je maar beter niets mee te maken kunt hebben; de oorzaak van alles wat mis is in deze wereld
Het gevolg is een onvermogen om nee te zeggen, grenzen te stellen en werkelijk eens voor jezelf te kiezen. Want iedere keer als je dat doet, kies je voor het mannelijke en dat is dus helemaal fout, dan ben je egoïstisch bezig. En als vrouw hoor je nou eenmaal liefdevol en spiritueel te zijn.
Mannen raken natuurlijk ook helemaal in de war.
Wat moeten ze met hun mannelijk energie die zo slecht is? Vrouwen lijken ook tegenstrijdige signalen af te geven. Ze zeggen dat mannen meer contact met hun gevoel moeten hebben, maar in de praktijk vinden ze dat ‘watjes’ en vallen op macho’s.
Hoe zit het nu? Zijn mannen nu echt een fout van de schepping waar vrouwen mee opgezadeld zitten? En wat moeten die fouten van de schepping nu zelf met hun mannelijkheid?
Schepping en geboorte
De schepping, laten we daar mee beginnen. Wat was er voor de schepping? Nou, niets dus, want tijd ontstond met de schepping. Het heeft dus geen zin te vragen wat er was voor de schepping omdat tijd toen nog niet bestond.
Je zou je kunnen voorstellen dat er los van tijd en ruimte een bron is; die bron is een punt van eindeloze, onvoorwaardelijke liefde. Liefde is de bron van alle schepping. In de schepping splitst het bewustzijn zich: er ontstaat een binnenwereld en een buitenwereld: subjectiviteit en objectiviteit. Dit is een proces wat voortdurend plaatsvindt: schepping is niet iets van het verleden, het is nu.
Ook de liefde splitst zich: in liefde voor de buitenwereld en liefde voor de binnenwereld. De vrouwelijke en de mannelijke energie. De vrouwelijke energie is gericht op de buitenwereld, op de medemensen, de dieren en planten. De mannelijke energie is gericht op de binnenwereld.
Liefde wordt vuur: de jongen wordt geboren
Stel je eens voor dat je voor je geboorte een prachtige liefdevolle engel was. De scheiding van het mannelijke en vrouwelijke is er nog niet. Dan daalt de engel af in onze wereld, waar op fysiek
niveau een splitsing plaatsvindt van het mannelijke en vrouwelijke. De eenheid splitst zich in een tweeling: een jongen en een meisje. Het meisje is vol liefde voor de buitenwereld. Het jongetje
is een bolletje van liefde voor zichzelf. Zo’n bolletje van liefde noemen we vuur.
Dit is de eerste manifestatie van mannelijke energie in jezelf: jouw vuur. Wat is dit vuur? Het is jouw verlangen om te leven, het avontuur aan te gaan, te ontdekken. Maar ook om je eigen vuur aan de wereld te laten zien. Jezelf te manifesteren, iets nieuws neer te zetten, oude grenzen te doorbreken. Voel dat dit vuur van binnen diep geconcentreerde zelfliefde is. Voel ook dat ieder vuur weer anders is, ieder vuur is uniek en heeft een eigen kleur.
De mannelijke energie ontstaat dus uit liefde voor het eigen ik. In eerste instantie is deze liefde zo geconcentreerd dat het zich manifesteert als een vuur, gesymboliseerd door een jongetje. Als je de mannelijk energie weer wilt toelaten, voel dan dit vuur weer. Voel wat jouw vuur is. Laat dit vuur toe en zie je innerlijke jongen.
Met het toelaten van die jongen begint het toelaten van liefde voor jezelf. Liefde voor jezelf leidt tot zelfrespect. Iemand dit zichzelf respecteert, stelt op een natuurlijk manier grenzen.
Veel mensen die oefenen in het stellen van grenzen, in het ‘nee’ leren zeggen, zien dit als een manifestatie van kracht. Dat is het in wezen niet: het is een manifestatie van liefde, liefde voor
jezelf. Als het goed is wordt ieder ‘nee’ geboren vanuit een ‘ja’ tegen jezelf, vanuit liefde voor jezelf.
Liefde voor jezelf begint met het erkennen van dat stoute jongetje in jou. Dat jongetje dat grenzen wil doorbreken, wil ontdekken en uiteindelijk zichzelf wil manifesteren vanuit pure geconcentreerde liefde voor zichzelf.
Met andere woorden: als je heel hard aan het oefenen bent om nee te leren zeggen om grenzen te leren stellen ben je in wezen fout bezig. Het gaat niet om ‘nee’ tegen anderen, het gaat om ‘ja’ leren zeggen tegen jezelf. Ja, ik mag er ook zijn; ja, mijn licht mag stralen; ja, ik mag ruime voor mezelf maken. Daar gaat het om.
Stel je maar eens voor dat je een prachtig brandend vuur bent, mensen gaan dan niet over je grenzen heen. Ze kijken wel uit.
Bewust worden van je eigen mannelijke energie begint ook altijd met het bewust worden van het jongetje in je.
Zonder jongetje geen man, geen goede mannelijke energie. En dat is lastig want wij leven in een wereld waarin het jongetje niet welkom is.
Waarom het jongetje niet welkom is
Stel je werd in vroegere tijden als meisje geboren. Je werd dan als kind geacht jurkjes te dragen, mama te helpen en met poppen te spelen. Later moest je trouwen, thuis blijven, dom blijven, en
goed en liefdevol voor je man en kinderen zorgen. En je moest dit alles ook nog heel erg willen. Dan was je pas een goed meisje.
Met andere woorden als je een meisje was dan was het jongetje in jou totaal niet welkom in de wereld. Een meisje dat andere plannen had, zichzelf wilde ontplooien en op avontuur wilde gaan, kreeg al snel van iedereen te horen dat dit heel onnatuurlijk was en je werd met een flink schuldgevoel opgezadeld.
Zelfstandig denken was helemaal slecht vandaar dat meisjes dom gehouden werden, nog steeds leven er in deze wereld veel mensen die vinden dat meisje niet behoren te leren.
Nog steeds heeft ‘het jongetje’ in het meisje het moeilijk. Veel vrouwen hebben een soort innerlijk taboe op de mannelijke energie, en dus ook op het jongetje. Spiritueel zijn is lief, wijs en empathisch zijn. Een stout jongetje past daar niet bij.
Echter, als je als jongen geboren werd dan ging het niet veel beter.
Waarom niet? Omdat de wereld mannen nodig heeft die gehoorzamen: harde werkers en soldaten. Mannen die gehoorzamen, hard werken en zeker niet zelfstandig denken. Zeker geen avonturiers, kunstenaars en vrijdenkers. Met andere woorden: lang probeerde de menselijke samenleving mannen te creëren die hun innerlijke jongetje onderdrukten.
Een goede man koestert zijn innerlijke jongetje. Hij weet dat dit jongetje de bron is van zijn inspiratie, zijn levensenergie, zijn reden van zijn. Het jongetje is de verandering die de man wil brengen in de wereld.
Maar de bestaande maatschappelijke structuren houden niet van verandering. En daarom mag een man geen goede vader zijn voor zijn innerlijke jongetje. In plaats van zich te laten inspireren door het jongetje wordt hij geacht dit te onderdrukken.
In plaats van structuren te creëren die het jongetje helpen om zijn scheppende energie te manifesteren, wordt hij geacht de bestaande structuren te handhaven.
Dictators, machthebbers, bazen, generaals – ze hebben allemaal mannen nodig die gehoorzaam zijn, die blindelings luisteren. Geen mannen die zich afstemmen op hun innerlijke jongetje. Daarom is ook het jongetje in de man niet welkom.
Stel je eens een jongetje voor dat ’s avonds vol nieuwsgierigheid omhoog kijkt naar de sterren. In zijn hart voelt hij een diepe verbondenheid met die sterren, hij wil er meer van weten. Hij wil naar de sterren reizen en ontdekken wat dat allemaal is. Een onstuimig diep verlangen zoals alleen een jongetje dat kan voelen – hij voelt zijn innerlijke vuur branden.
Het zou natuurlijk zijn dat dit jongetje uitgroeit tot een man die met dit verlangen aan de slag gaat en het een centrale plaats geeft in zijn leven. Hij wordt bijvoorbeeld astronoom, of gaat science fiction verhalen schrijven, of hij gaat astrale reizen maken in het universum, of hij krijgt echt contact met buitenaardse wezens.
Een goede man is een goede vader voor het jongetje: hij laat het jongetje in zichzelf leven, blijft trouw aan zijn vuur, blijft geloven in zijn vuur. Hij laat zich niet van de wijs brengen door een wereld die zegt dat het allemaal niet kan en dat hij maar volwassen moet worden. Zo’n man zal altijd zijn omgeving fascineren en inspireren.
Doordat hij het jongetje in zichzelf laat leven, zal hij ook het jongetje in anderen aanraken. Hij geeft daardoor anderen het gevoel dat ze leven, hij herinnert ze aan hun oorspronkelijke vuur, aan wie ze zijn. Hij heeft geen enkele moeite met grenzen stellen, met nee zeggen; mensen voelen zijn vuur en respecteren dat.
Mensen die in contact staan met hun eigen vuur inspireren. Het zijn leraren. Ik herinner me dit nog van school. De leraren die werkelijk vanuit zichzelf spraken, vanuit hun eigen vuur, dat waren de goede leraren, die inspireerden, brachten iets over.
Alleen, zo gaat het meestal niet. De jongen krijgt al snel te horen dat hij niet zo moet dromen. Hij moet klaargestoomd worden voor een leven in de maatschappij, verantwoordelijkheid dragen. Een kantoorbaan nemen van negen tot vijf. Het vuur mag alleen nog op een passieve manier beleefd worden. Lees maar wat science fiction boeken in je vrije tijd, word lid van een astronomie tijdschrift en koop een sterrenkijker.
Als je het vuur net niet laat doodgaan, hou je nog genoeg leven over om jezelf wijs te maken dat je niet ongelukkig bent.
In deze tijd is het zo dat volwassen mannen het jongetje alleen nog in hun vrije tijd laten zijn. En volwassen zijn betekent geen aandacht meer schenken aan het jongetje, niet meer geloven in je dromen, maar luisteren naar de baas en helemaal voldoen aan de verwachtingen van de maatschappij en je ouders.
Vrouwen onderdrukken het jongetje in zichzelf vaak door het te negeren, door het niet te laten zijn omdat ze zijn gaan geloven dat het jongetje geen deel van hen is. Zolang ze dit doen zullen ze nooit een gezonde innerlijke man kunnen creëren. Mannen onderdrukken hun jongetje met kracht. De tragiek van mannen is dat ze hun kracht zijn gaan gebruiken tegen zichzelf.
We leven helaas nog steeds in een wereld waarin jongetjes niet welkom zijn.
Jongens doen het niet goed op school. Vanuit hun baldadige avontuurlijke energie begrijpen ze niet goed waarom ze in een gebouw opgesloten moeten zitten. Het leven is immers toch op avontuur gaan, dingen ontdekken en beleven? De onderwijzeressen die meestal voor de klas staan snappen hen niet: ze hebben liever brave meisjes die netjes leren. De onveiligheid die jongens opzoeken is gevaarlijk, daar moeten ze tegen beschermd worden – ze moeten tegen zichzelf beschermd worden. Zo wordt het jongetje onderdrukt. Steeds meer regels, steeds meer bescherming. Speelplaatsen worden steeds veiliger gemaakt. De paradox is echter dat op de meest veilige speelplaatsen de meeste ongelukken gebeuren.
Er is nog een paradox in het onderwijs. De jongetjes die zich het slechtst kunnen aanpassen, zich niet aan de regeltjes willen houden, de drop-outs, zijn vaak de meest creatieve figuren. Het zijn mensen die later eigen bedrijfjes oprichten, kunstenaars, vernieuwers van de samenleving. Iemand die eens een onderzoek deed naar de rijkste mensen op aarde ontdekte tot zijn verbazing dat van hen niemand zijn schoolopleiding had afgemaakt.
Jongetjes zijn niet welkom. Maar de jongetjes die het wel redden zijn degenen die onze wereld veranderen en kleur geven.