De wereld is aan het veranderen. Er komt een nieuwe tijd. De tijd waarin de mens zich almachtig waande en als meester van de natuur zag, loopt ten einde. We keren, wijzer geworden, terug naar het paradijs. Terug naar een wereld van harmonie. Harmonie tussen mens en natuur, harmonie tussen mensen onderling. Terug naar een wereld die niet langer vervreemd is van de menselijke ziel.
Wat betekent dat voor de kinderen die geboren worden, wat betekent dat voor de opvoeding?
Het is duidelijk dat als de wereld zich op een omslagpunt bevindt, dit ook voor de opvoeding geldt. Als wij zelf op een hele andere manier in de wereld gaan staan, zullen onze kinderen dat zeker
doen, en zullen ze ook anders opgevoed moeten worden.
Vroeger was opvoeding gericht op het geschikt maken van het kind voor de bestaande samenleving, als dat was gebeurd was, werd het kind als ‘volwassen’ beschouwd en was het min of meer vervreemd van zichzelf en zijn oorspronkelijke dromen. Opvoeding was vroeger een proces met als doel het kind los te weken van zijn ziel en deel laten te worden van het bestaande systeem. Een overgang van de wereld van liefde naar een wereld van angst.
In de nieuwe tijd wordt het doel van opvoeding het tot bloei laten komen van de ziel van het kind. De volwassen persoonlijkheid wordt een kanaal waarlangs het licht van de ziel de wereld in gaat stralen om de schoonheid van deze wereld te vergroten.
Voor ouders in deze tijd is dat lastig. Ze zitten vol oude ideeën waar de nieuwe kinderen niets mee kunnen. Het toch opdringen van die oude ideeën maakt ze opstandig, ziek, onbereikbaar en depressief. Steeds meer zien we dan ook kinderen met allerlei problemen (rugzakjes) die niet passen in het bestaande systeem. Innerlijk weten ze dat die wereld voorbij is, ze hebben er niets mee. Ze dwingen niet alleen de ouders, maar zelfs de hele maatschappij tot gedragsverandering.
In dit artikel wil ik dieper ingaan op deze problematiek en een paar suggesties doen over ouderschap.
Opvoeding – hoe het ging
Er was een tijd dat mensen in kleine groepjes over de aarde zwierven. Ze kenden geen bezit, waren diep verbonden met de natuur. Mannen en vrouwen waren gelijkwaardig en de opvoeding van de kinderen gebeurde door de hele groep. Een ontmoeting met een andere groep was een feestelijke gebeurtenis waarbij mensen vaak overstaken van de ene naar de andere groep. Mensen waren er zich bewust van dat er vele groepen waren en voelden zich daarmee verbonden. Alles wijst er op dat mensen in die tijd gelukkig en gezond waren.
Toen gebeurde er een ramp. 1 ) Mensen gingen zich op vaste plaatsen vestigen: landbouw, veeteelt en steden ontstonden. Er ontstond daarmee ook een nieuw idee: bezit. Je kon van alles bezitten: grond, huizen, zelfs mensen. Tegelijk met bezit ontstonden machtsverhoudingen die bekrachtigd werden door nieuwe ideologieën die het idee van de innerlijke eenheid en gelijkwaardigheid van het leven ontkenden.
Door de veeteelt ontstonden er tal van ziektes die van dier op mens oversprongen. Dit, samen met het eenzijdige dieet, zorgde ervoor dat de mensen veel kleiner en ongezonder werden; de
levensverwachting daalde dramatisch. Omdat vrouwen veel kleiner werden, en babyhoofden niet, werd bevallen een hels proces wat vaak misging. De oplossing: heel veel kinderen krijgen, af en toe
was er dan één die het overleefde. Je moet dan wel zorgen dat vrouwen zelf niets meer te vertellen hebben; het nieuwe concept van bezit maakte dit mogelijk: de vrouw werd het bezit van de man.
Dit werd geratificeerd door een God die de vrouw de schuld gaf van alles en voor eeuwig strafte met helse pijnen (Genesis 3:16 – met smart zult gij kinderen baren) en onderwierp aan de man. Waar
een hapje uit een appel toe kan leiden.
Het nieuwe concept van bezit maakte ook nog iets anders mogelijk: oorlog. Als een ander iets heeft wat jij niet hebt kun je ten strijde trekken en proberen dat te pakken te krijgen. Het is totaal onmogelijk om de hoeveelheid leed die dit veroorzaakt heeft te beschrijven.
Toch was er een nog groter probleem: met de nieuwe manier van leven ontstond er een economisch systeem dat ook de aarde zelf als een ding beschouwde. De mens zag zichzelf dus niet langer als een deel van het ecosysteem van de aarde. Aan de ingang van dat nieuwe economische systeem werden grondstoffen onttrokken aan de natuur zonder daar iets voor terug te geven, aan de andere kant – de uitgang – produceert het systeem vervuiling. Dat alles werd gerechtvaardigd door een ideologie waarin machtsdenken centraal stond, een ideologie die de mens boven al het andere leven plaatste.
De gevolgen: een systematische vernietiging van andere levensvormen, zowel dieren als planten, en uiteindelijk destabilisering van het klimaat. We kunnen dit goed vergelijken met de groei van een kankercel in een lichaam: zolang het klein is heb je er weinig last van, maar uiteindelijk is het catastrofaal. Wij hebben nu het punt van de catastrofe bereikt.
Wat betekende het voor een kind om opgevoed te worden in dit systeem?
Om bij de analogie van het kankergezwel te blijven: in dit systeem is opvoeding bedoeld om het kind van een gezonde cel te veranderen in een actieve vraatzuchtige kankercel. Dat klinkt hard, maar
welke ouder wil niet dat zijn kind later heel veel geld gaat verdienen? En met dat geld kan dat kind dan heel veel spullen kopen, een groot huis, een grote auto en veel reizen maken. Met andere
woorden een enorme bijdrage gaan leveren aan de verdere vernietiging van ons ecosysteem en de groei van het kankergezwel dat de aarde vernietigt. De sleutel tot deze opvoeding: plant angst en
onzekerheid in het kind. En vervolgens het idee dat veel geld verdienen en bezit verwerven de oplossing is voor die angst. Een goede baan is een baan waarmee je veel verdient, daar gaat het om.
Als het kind dit eenmaal verinnerlijkt heeft, draait het perfect mee in het systeem.
Met andere woorden: opvoeding is bedoeld om kinderen deel te laten worden van een op angst gebaseerd systeem dat gedoemd is. Daarvoor is het nodig het kind zodanig te indoctrineren dat het gaat denken en voelen op basis van angst in plaats van liefde. We willen een kind met liefde omringen, maar zonder ons daarvan bewust te zijn omringen we het met angst en zorgen en stoppen het daarmee vol. Al in de baarmoeder voelt het kind die en begint zich daarnaar te voegen.
‘De mens wordt vrij geboren, en overal bevindt hij zich in ketenen’, schrijft de Franse filosoof Rousseau. De vrijheid is liefde, de ketenen zijn angst. Opvoeding is het ketenen van een kind. Hoe vanzelfsprekend vinden we het om een kind dat niets misdaan heeft op te sluiten in een schoolgebouw, terwijl het graag buiten wil spelen en rennen. Dit is les 1 van de opvoeding: groot worden is niet langer doen wat je leuk vindt maar je natuurlijke neigingen onderdrukken.
Les 2 is: je mag zelfs niet naar je binnenwereld gaan en genieten van je eigen fantasie, je moet bij de les blijven; alleen kennis die van buiten komt is belangrijk. Zo wordt je ware zelf verwrongen tot het zogenaamde innerlijke kind dat ergens diep in je opgesloten zit in een gevangeniscel.
Wij zijn nog (bijna) helemaal getekend door de energie en ideeën van dit systeem. We zien dat het anders moet, maar hoe? Gelukkig beginnen we te beseffen dat het oude systeem op angst gebaseerd is.
Waarom stopten de mensen vroeger met genieten van het leven, met op avontuur gaan? Angst: ze vertrouwden het niet meer. Laten we muren bouwen, de aarde en de dieren met geweld dwingen om ons voedsel te leveren. Ons systeem is op angst gebaseerd. Waarom willen we dat onze kinderen diploma’s halen, hard werken, carrière maken, veel geld verdienen, mee gaan doen met de ratrace? Angst. Rijkdom, bezit, carrière ze dienen allemaal om die angst te bezweren.
We geloven niet meer in het leven, we geloven niet meer in de wereld, in de goedheid van het leven. En omdat we daarin niet meer geloven, maken we het leven kapot. En bij die ideeën gaan we onze kinderen proberen aan te passen, dat noemen we opvoeden. In feite koppelen we hen los van de ziel. Opvoeden is hen deel laten worden van een gedoemd systeem. Het is hen laten leven in angst. Waarom willen we zo graag beroemd en bekend zijn? Angst. We zijn de band met de natuur verloren, door die te willen overheersen verbraken we de liefdesband. En dus proberen we dat te compenseren door erkenning van anderen te verwerven. Maar het is nooit genoeg.
Er is nu echter een groot probleem. Het is voorbij. De nieuwe generatie kinderen wil niet meer meedoen. Ze voelen innerlijk aan dat dit een doodlopende weg is. Ieder kind wordt geboren met een innerlijk weten van de toekomst, van dingen die komen gaan. En dat zaadje van innerlijk weten sluit totaal niet meer aan bij de richting die de ouders het kind op willen sturen.
Opvoeding was vroeger het kind onderdompelen in een systeem van angst en een ideologie van angst. (Als je je niet totaal onnatuurlijk gedraagt ga je naar de hel). De opvoeding werd als geslaagd beschouwd als er een volwassen mens ontstond die het contact met zijn innerlijke kind totaal kwijt was. Dromen, spelen, genieten – het is allemaal voor kinderen, volwassenen doen dat niet.
Ik ben me er van bewust dat ik het nu allemaal erg zwart -wit stel; zeker is er sinds de tweede wereldoorlog veel ten goede veranderd in opvoeding en onderwijs. Maar toch, als je kind van het gebaande pad afwijkt, wat is dan je eerste reactie: angst of blijheid? We zullen dan toch meestal vanuit angst reageren en vanuit die angst het kind terug willen duwen in het systeem. Weinig ouders zullen tegen hun kind dat vroegtijdig de school verlaat, of ineens zijn baan opzegt, durven te zeggen: goed dat je er mee stopt, dat je uit die gevangenis stapt, vertrouw op het leven, vertrouw op de nieuwe ervaringen die zo op je pad komen. Meestal is de reactie angst, en onze angsten zijn de gevangenis van het kind.
Ouders en nieuwe kinderen
Zoals gezegd: er is iets aan het veranderen. Steeds meer kinderen laten zich niet in het systeem drukken. Het gevolg is een toenemend spanningsveld tussen de nieuwe generatie kinderen en de samenleving.
De nieuwe kinderen dwingen de ouders tot het maken van een keuze: kiezen voor het oude of meegaan met de energie van het kind en dus zelf veranderen. De keuze voor het laatste heeft een ingrijpende psychologische consequentie. Het betekent dat we zelf mee moeten gaan met de weg die het kind voor zich ziet. En dat betekent voor ons dat we heel anders in het leven moeten gaan staan. Wat kunnen we doen? Hierbij enkele suggesties.
Tip 1: onvoorwaardelijke liefde
We kunnen een mens vergelijken met een boom: de kern blijft hetzelfde, daar komen steeds jaarringen om heen. Die kern is bij de mens de oorspronkelijke zielsimpuls, het innerlijke kind. Leven en handelen we vanuit die impuls, dan verwezenlijken we ons zelf. We blijven dan vanuit liefde en creativiteit leven en handelen, en doen niet mee aan het systeem van angst.
Dat is het ideale geval, maar zo gaat het zelden. De meeste volwassenen hebben het contact met het innerlijke kind verloren of dat kind ergens in een hokje geplaatst in plaats van centraal in het bewustzijn, waar het hoort te zijn. Door de weg en de keuzes van je kind te vertrouwen en er open voor te staan, ontstaat er in jou als ouder een psychologische beweging waarin je eigen innerlijke kind weer dichter bij je komt.
Voor alle ouders die worstelen met een problematisch kind, bedenk dit: een problematisch kind is een helend kind. Dit kind is een geschenk van het universum in een poging ons te helen, om ons los te trekken uit de wereld van angst en het contact met de ziel, met ons eigen innerlijke kind, te herstellen.
Onvoorwaardelijke liefde is de sleutel, stap één. Dit is wat een kind nodig heeft; zo lang onze liefde voorwaardelijk is oefenen we dwang uit, proberen we het kind te veranderen in iets dat wij wenselijk vinden. Alleen onvoorwaardelijke liefde geeft het kind de ruimte om te groeien volgens zijn natuurlijke aard.
Door dit te doen gaan we ook ons eigen proces van heling aan: het loslaten van ons angstdenken. Dit is moeilijk. Het helingsproces wordt heel pijnlijk als we niet meewerken, als we blijven vasthouden aan het oude systeem van angst. Het geheim van het omgaan met een problematisch kind is dan ook loslaten, loslaten van alle oude ideeën. En loslaten begint met een eenvoudige beslissing: ik ga mijn kind niet vanuit angst benaderen, maar vanuit liefde, onvoorwaardelijke liefde. Door het kind vanuit angst te benaderen geef je het onbewust een boodschap mee: jij bent verkeerd, jij bent niet goed zoals je bent, jij moet veranderen anders loopt het fout. Maar wat als het kind niet kan veranderen? Vroeger konden kinderen veranderen, konden zich aanpassen – nu niet meer.
Door het kind vanuit onvoorwaardelijke liefde te benaderen erken je het. Geef je het de boodschap: jij bent goed zoals je bent en er is een plaats voor jou in de wereld.
Tip 2: zelfkennis
De kern van zelfkennis is dit: wees je bewust van je angsten. Vaak hebben wij onze angsten zo verinnerlijkt dat we ze als vanzelfsprekende waarheden zijn gaan beschouwen. Alleen door je helemaal bewust te zijn van je angsten kun je ervoor kiezen om niet vanuit angst te handelen. Je herkent dan de stem van je angst en kunt het besluit nemen er niet naar te luisteren.
Zolang je je niet bewust bent van je angsten zul je het leven niet vertrouwen. Ik zal een voorbeeld geven. Hoe vanzelfsprekend vinden wij het bestaan van landen en grenzen niet? Toch is een land een constructie gebaseerd op angst, een onnatuurlijke verdeling van de wereld waarin we leven. Angst voor onze medemensen. Opheffen van alle grenzen dus? Veel mensen zullen dan zeggen: ja maar dan kan iedereen zomaar binnenlopen, dat wordt een ramp. Dat probleem is met grenzen al bijna niet te beheersen.
Dit is een voorbeeld van een angst die zich getransformeerd heeft in een gedachte die als heel rationeel ervaren wordt. In werkelijkheid blijkt dat als mensen vrij kunnen reizen, ze minder gaan migreren. Juist als er een grens is, willen ze die grens oversteken en wordt het een obsessie. Wegvallen van grenzen leidt tot ontspanning.
Kinderen van de nieuwe tijd hebben een veel dieper besef van de eenheid van het leven, het eenheidsbewustzijn achter alles. Maar wij moedigen het kind, al dan niet bewust, aan om te concurreren, succes te behalen en veel bezit te verwerven. Dan is het geslaagd in het leven. Welke ouder is er niet trots als het kind “goed meedraait”. Toch is een bezitsrelatie gebaseerd op een ontkenning van het bewustzijn van datgene wat je bezit. Dat botst met het eenheidsgevoel van het kind. Het kind – jouw kind – heeft een levende herinnering aan de wereld van de ziel, een wereld waarin alles leeft en gelijkwaardig is.
Alleen door al onze angsten eerlijk onder ogen te zien kunnen we voorkomen dat die de natuurlijke ontplooiing van het kind in de weg staan. Het zaadje van innerlijke weten kan dan uitgroeien volgens zijn eigen aard, het kind zal zich niet voegen naar onze angst maar zijn innerlijke licht volgen.
Tip 3: vertrouwen
Vertrouw erop dat het kind een kennis heeft van de toekomst die jij niet hebt. Vertrouw er op dat de wereld van de toekomst het kind zal helpen. De energie van de toekomst trekt het kind. Door dit te doen straal je vertrouwen uit naar het kind en zal het zich veilig voelen. Vertrouwen betekent dat we gaan handelen naar dat wat we diep in ons weten.
Er wordt vaak gesproken over een nieuwe tijd die gaat komen. De kinderen van deze tijd zijn de zaadjes van die nieuwe tijd. Wij willen die kinderen naar de oude tijd terugtrekken, dat gaat niet, het zaad kan zo nooit groeien.
Wat het kind nodig heeft om te groeien is de energie van de ziel van de ouders.
En daarmee kom ik tot de kern. Opvoeden in de nieuwe tijd is je kind voeden met het licht van je ziel.
De ziel als opvoeder
Een kind begint het leven op aarde in de buik van de moeder. Een kind zoekt altijd het energieveld van de ouders bewust op. Dat was vroeger zo, dat is nu zo. Wat is er nu dan anders? Vroeger incarneerden kinderen in het algemeen om een persoonlijk thema uit te werken. Ze gingen bewust op in de energieën van deze wereld om binnen die wereld ervaringen op te doen en karmische thema’s uit te werken en te onderzoeken. Ze zochten daarbij ouders op met persoonlijkheden die daar thematisch gezien bij pasten.
Kinderen van de nieuwe tijd zoeken ouders niet langer op basis van hun persoonlijkheid, maar op basis van de energie van hun ziel. Het is dit zielenlicht van de ouders dat het kind ruimte geeft en doet groeien. Dit is een ander mechanisme. Als een ouder dan toch gaat handelen op basis van de persoonlijkheid, op basis van angst dus, roept dit weerstand op bij het kind en veroorzaakt allerlei problemen.
De roep van het kind
Het kind roept de ouders: laat het verleden los, kom met mij mee naar de toekomst, komt met mij mee naar de nieuwe wereld. Volg het licht van je ziel.
Vroeger was het zo dat de roep van de ziel pas tegen het einde van het leven weerklonk – en vaak niet gehoord werd. Nu weerklinkt die als er een kind wordt geboren.
Luisteren naar die roep betekent kiezen voor liefde en vertrouwen, het betekent de angsten van het verleden loslaten. Het betekent verandering toelaten. Het betekent een stap zetten in de richting van een nieuwe wereld.
Veel mensen in deze tijd vragen zich af of er wel een toekomst is voor de kinderen van nu. Ja, die toekomst is er, tenminste als wij die toekomst toelaten. Onze kinderen zijn die toekomst. Die kinderen nodigen ons uit om het licht van onze ziel toe te laten zodat die toekomst geboren kan worden. Door ons eigen licht werkelijk toe te laten, en niet langer te misvormen door onze angsten, laten we de toekomst toe: de nieuwe aarde.
Ja zeggen tegen onze kinderen, tegen wie ze werkelijk zijn, is een toekomst creëren. Het is het licht toelaten van onze eigen ziel en dat licht is de ruimte die ze nodig hebben om te groeien.
Het web van licht
De nieuwe aarde begint niet met het oplossen van allerlei problemen, het begint met het toelaten van een nieuw licht, een nieuwe energie.
Als we ons kind een ruimte geven van onvoorwaardelijke liefde en vertrouwen, gaat het die ruimte vullen met zijn eigen licht. Dit licht wordt een stralende ster in deze wereld. Tezamen gaan al deze sterren een web van licht vormen. Uit dit web van licht wordt de nieuwe aarde geboren. Uiteindelijk zal er een nieuwe fysieke werkelijkheid ontstaan, waarin alles doordrongen is van een levend bewustzijn en niets meer tot ding, tot bezitsvoorwerp wordt gemaakt. Dat is het paradijs: een harmonie tussen hemel en aarde, tussen mens en natuur, die op liefde is gebaseerd.
Besluit
Opvoeden was vroeger duidelijk omdat de richting vast stond: de wereld van de kinderen zou niet wezenlijk anders zijn dan de wereld van de ouders. Kinderen voelden dat aan en voegden zich naar de bestaande orde; binnen de grenzen van het bestaande zochten ze hun persoonlijk ontplooiing. Het streven was vaak: een treetje hoger op de maatschappelijk ladder komen te staan dan de ouders. Ouders waren tevreden als dat lukte, als de kinderen over meer bezit en aanzien beschikten dan zij, was het goed.
Nu verandert de mensheid van koers, kinderen voelen die koers innerlijk aan en stemmen zich daar op af, maar hun opvoeders zien dat vaak niet en proberen hun kinderen in de oude koers te dwingen. Dat is in het kort het probleem waar voor we staan.
We zijn reizigers op weg naar de toekomst. En de kinderen die al een zaadje van die toekomst met zich meedragen zijn onze gidsen. Die gidsen vertellen ons dat we op de verkeerde weg waren, we moeten een hele andere weg ingaan. Dat is niet makkelijk, alles wordt ineens anders: we lopen door een heel ander landschap, ja, we lopen in een hele andere wereld. Een wereld die niet langer om angst, bezit, macht en status draait. Maar om liefde, verbondenheid en vertrouwen, een wereld waarin machtsverhoudingen vervangen worden door een gevoel van eenheid.
Hoe kun je instemmen met dit nieuwe pad dat je kind wil inslaan, als alles in het verleden om angst draaide – zelfs zonder dat je het wist?
Hoe kun je het innerlijke weten van je kind vertrouwen als je het kind ziet als iets dat opgevoed moet worden volgens de ideeën van je ouders?
De sleutel is kiezen voor onvoorwaardelijke liefde. Door hiervoor te kiezen wordt ons denken niet langer gedomineerd door angst en gaat het licht in onszelf stromen. Het is dit licht waar het kind naar verlangt. Het is dit licht dat het kind in jou probeert op te roepen.
Het is dit licht dat het kind aantrok toen het naar de Aarde afdaalde, het is dit licht dat het kind de ruimte geeft om te kunnen groeien en zich te kunnen ontplooien.
Dit licht omarmen, jezelf omarmen, is je kind opvoeden. Opvoeden is je kind voeden met het licht van je ziel.
© Gerrit Gielen
www.gerrit-gielen.net