In mijn praktijk komen relatief veel mensen die ik ”oude zielen” zou kunnen noemen. Het zijn mensen die in regressie vaak ervaren (en al weten) dat hun oorsprong zeer ver terug gaat, hun eerste
incarnaties zijn zelfs soms buitenaards of in niet-fysieke gebieden. Ze hebben vaak een groot aantal levens geleefd en vele lessen geleerd. ”Oude zielen” brengen vaak al een schat aan innerlijke
wijsheid en levenservaring (van vele levens) met zich mee in dit leven, dat zich in het begin vaak openbaart als onverklaarbaar maar rotsvast ”weten”. Het leren van nieuwe vaardigheden, vooral op
spiritueel gebied kost ze vaak weinig moeite, vaak is het vooral een kwestie van zich her-inneren. Het geïncarneerd zijn op aarde in deze tijd brengt voor ”oude zielen” specifieke uitdagingen met
zich mee.
Het lijkt erop dat het bereiken van een hoge ”zielenleeftijd” en een een zekere mate van HSP, Hoog sensitiviteit nogal eens hand in hand gaat.
Vaak zijn deze mensen al geboren met een uiterst verfijnd zenuwstelsel en scherpe zintuigen. De 5 ‘gewone’ zijn uiterst goed ontwikkeld wat ze gevoelig maakt voor harde geluiden, ruwe en lage energieën, lelijkheid in de omgeving etc.
Daarnaast zijn ze vaak en vooral in hun jeugd (nog) uiterst gevoelig voor energieën in hun omgeving, die ze niet alleen voelen maar soms ook zien en horen (heldervoelendheid, helderziendheid en helderhorendheid). Soms vangen ze flitsen op van het verleden of de toekomst, in dromen of in hun wakende leven, wat in het begin van hun leven voor verwarring kan zorgen, zeker als ze geboren zijn in een gezin waarin men niet weet hoe men hier als ouder mee om moet gaan.
Ook zorgt het gebrek aan goede begeleiding in het omgaan met bijvoorbeeld het waarnemen of voelen van niet-belichaamde energieën (overleden mensen, gidsen en engelen, natuurwezens, etc) wel eens voor onnodige angsten op dat gebied, waardoor sommige oude zielen er zelfs voor kiezen hun vermogens (tijdelijk) maar helemaal af te sluiten.
Verder kiezen ze er in dit leven nogal eens voor om in ”moeilijke” gezinnen geboren te worden: gezinnen waarin nogal wat duister heerst van oud zeer en waarin ze vanuit hun incarnatie Licht willen brengen. Vanuit het perspectief van de ziel een nobel streven; echter wanneer de oude ziel weer als baby moet beginnen blijkt het niet zo makkelijk als men aanvankelijk dacht.
Omdat je als baby en kind afhankelijk bent van je ouders ontstaan er in de eerste jaren van het leven van de jonge oude ziel vaak problemen en energetische verstrengelingen met de ouders die later weer moeten worden losgemaakt.
Bovendien voelen de oude zielen zich in hun gezin vaak niet echt thuis, worden ze niet begrepen en gaan ze daardoor aan zichzelf en hun eigen kwaliteiten twijfelen.
In regressietherapie werk ik met ”oude zielen” veel met het oertrauma: de eerste afsplitsing van de Bron en de eerste fysieke incarnatie, omdat daarin nogal eens angsten en boosheid ontstaan. Door een teleurstellende ervaring met het fysieke leven bijvoorbeeld kunnen mensen door hun levens heen een gevoel van teleurstelling met het aardse leven, boosheid op God en een gevoel van lethargie of zinloosheid overhouden. Dit kan verholpen worden door de verbinding met Thuis opnieuw te ervaren en herstellen, en de destijds pasgeboren ziel te troosten en helen.
Ook de conceptie in de huidige incarnatie is vaak een aandachtsgebied, omdat daar (en dat geldt voor de meeste cliënten) nogal eens energie van de ouders aan boord wordt genomen, vooral vanuit het willen ”helpen”. Het losmaken van deze verstrikkingen en energetisch her-verbinden met de eigen energie werkt vaak uiterst helend.
Daarnaast is het opnieuw verbinding maken met de pure zielenergie, de oorspronkelijke impuls om te incarneren (”wat kwam ik hier ook alweer doen?”) en het authentieke zelf ook zeer helend en zet het deze mensen weer op het ”spoor” van hun pad wat ze dan vaak met grote stappen kunnen vervolgen (als oude zielen eenmaal gaan, gaan ze snel!).
© drs Wendy Gillissen