Pamela Kribbe channelt Jeshua (Voor meer info over
Jeshua zie Inleiding en Jeshua, wie ben jij?)
Zoals gezegd willen wij in detail beschrijven wat de overgang van een egogecentreerd naar een hartgedragen bewustzijn inhoudt. We zullen nu verder gaan met een beschrijving van elk van de
overgangsfasen, zoals die in de vorige hoofdstukken werden aangeduid. Deze fasen hebben we daar als volgt omschreven:
❥ 1. Onbevredigd zijn door de werkzaamheid van een louter egogebaseerd bewustzijn, verlangen naar ‘iets anders’: het begin van het einde
❥ 2. Bewustwording van je bindingen met het egobewustzijn; herkennen en geleidelijk aan loslaten van de daarmee gepaard gaande energieën (emoties, gedachten): het midden van het einde
❥ 3. Sterven ten opzichte van de oude egogebaseerde energieën, je cocon afwerpen, je nieuwe zelf worden: het einde van het einde
❥ 4. Het ontwaken en opbloeien van een hartgedragen bewustzijn, gebaseerd op liefde en vrijheid; anderen helpen met de overgang
Het beginpunt van de overgang van een egogecentreerd naar een hartgedragen bewustzijn ligt in de ervaring van een bepaald soort leegte. Wanneer die leegte tot het bewustzijn doordringt, kan er een gevoel van zinloosheid optreden. Je dagelijkse bezigheden, zelfs zaken waarop je gewoonlijk sterk emotioneel betrokken bent, kunnen je opeens loslaten, ‘leeg laten’.
Voordat die leegte ervaren wordt, is het bewustzijn overschaduwd door angst en, als reactie daarop, door het streven naar bevestiging van zichzelf. Deze angst en de drang naar bevestiging als antwoord daarop, kunnen lang verborgen blijven voor jezelf. Je kunt je leven vullen met het zoeken naar erkenning en bevestiging door anderen. Misschien ben je, terwijl je dat doet, je wel bewust van een zekere onrust in jezelf, een bepaalde nervositeit. Maar vaak is er een bepaalde (ingrijpende) gebeurtenis nodig om de kern van die onrust echt te gaan onderzoeken.
Als je leeft vanuit het ego als centrum, verkeren je bewustzijn en je gevoelsleven in een toestand van verkramping. Het is een toestand van angst, van waaruit steeds iets verdedigd moet worden. Vanuit het egobewustzijn is er steeds een ervaring van tekort, een behoefte aan meer. Als het bewustzijn in de egofase verkeert, opereer je in feite vanuit een zwart gat, een leegte die nooit helemaal gevuld kan worden. De grondslag van je handelen ligt in een schaduwgebied, een gebied waarvan je je niet bewust bent en niet bewust wilt zijn. In die schaduw zit een leegte, waarvan je innerlijk wel een bepaald besef hebt, maar waar je bewustzijn zich toch steeds van af wil keren.
In deze fase wordt je relatie met God (het Ene, Alles-Wat-Is) overschaduwd door een gevoel van afgescheidenheid. Je voelt je diep van binnen alleen staan. Er is een gebrokenheid in de kern van je bewustzijn, een verlatenheid, die je schuwt om onder ogen te zien. En daardoor ervaar je haar alleen indirect: als een schaduw.
Mensen zijn bang om met hun bewustzijn volledig in die leegte te gaan staan, om hun innerlijke duisternis onvervaard tegemoet te treden en te onderzoeken. Dat wordt ten koste van alles vermeden en daarom is er zoveel angst in jullie wereld.
Maar omdat die innerlijke duisternis, dat gevoel van gebrokenheid en verlatenheid, er toch is, ook al ligt het in de schaduw, zijn er allerlei maatregelen nodig om het leven draaglijk te houden. De oplossing van het ego is altijd om het probleem niet in de kern aan te pakken, maar in de periferie. Het ego zoekt de oplossing in het naar buiten keren van het bewustzijn. Het ego tracht het probleem op te lossen door zich te voeden met andermans energie. De energieën waar het op uit is, zijn erkenning, bewondering, macht, aandacht, bevestiging, etcetera. Op die manier tracht het ego een schijnbevrediging te creëren van het diep in de ziel sluimerende verlangen naar eenheid, verbondenheid en liefde.
Dit diepe sluimerende verlangen behoort tot de kern van wie je bent. Het is God die je roept. Het is je eigen natuur die je roept. Jij bent God! God ís de energie van liefde, eenheid en verbondenheid. Iedereen verlangt naar de onvoorwaardelijke geborgenheid en liefde van de energie die jullie God noemen. Ten diepste is dit verlangen een verlangen naar het volledig hervinden van je eigen goddelijke zelf. Deze bron van onvoorwaardelijke liefde kun je alleen vinden door de angst en duisternis die er om je goddelijke kern heen zit, van binnen uit te overwinnen, van binnen uit te verlichten met je eigen bewustzijn. Dit kan alleen door je bewustzijn naar binnen te keren.
Het ego doet precies het omgekeerde. Het registreert de behoefte aan liefde en verbondenheid, maar wil deze lenigen zonder de duisternis en de angst onder ogen te zien. Daartoe past het de volgende ‘truc’ toe: het transformeert de behoefte aan liefde tot de behoefte aan erkenning en positieve aandacht van andere mensen. Het vervormt de behoefte aan eenheid tot de behoefte aan beter zijn dan anderen. Het ego doet dit, opdat het bewustzijn dan niet ‘naar binnen hoeft’. Het ego doet er alles aan het deksel op de pan van angst te houden. De oorspronkelijke behoefte aan liefde en verbondenheid is nu op een wezenlijk vervormde manier in je bewustzijn aanwezig en wordt ook op een vervormde manier vervuld. Je zoekt steeds naar erkenning en bevestiging van buiten. Je bewustzijn is naar buiten gericht.
Je raakt afhankelijk van de erkenning van anderen. Je eigenwaarde daalt daarmee onbewust. Het diepliggende gevoel van verlatenheid en alleenzijn wordt niet opgelost. Het wordt eigenlijk erger, omdat je weigert ernaar te kijken. Overal waar het bewustzijn uitwijkt, krijgen schaduwen de kans zich te verdiepen. Dat wat onttrokken wordt aan het licht van je bewustzijn, wordt je schaduwkant. Daarin kunnen angsten, negatieve gevoelens en woede huizen, die allemaal ontketend worden door het niet onder ogen willen zien van je eigen diepste eenzaamheid. Het ego kan hierin bijzonder hardnekkig zijn. Het zal de controle niet zomaar opgeven.
Wat jullie in de wereld waarnemen als het kwaad, is allemaal het resultaat van het niet willen opgeven van controle, het niet willen aanvaarden van de innerlijke angst en duisternis die in je eigen menselijke bewustzijn leeft.
Met verlichting bedoelen we niets anders dan dat alle aspecten van jouw wezen in het licht van het bewustzijn mogen verschijnen. Verlichting betekent dus niet dat je je overal bewust van bent, maar dat je bereid bent je daarvan bewust te worden. Dat je bereid bent alles te aanvaarden en onder ogen te zien wat er in je leeft. Dat is liefde: accepteer jezelf zoals je bent.
Die innerlijke duisternis, dat gevoel van verlatenheid in de diepten van je ziel, waarvoor jullie zo terugschrikken, is tijdelijk van aard. De egofase is één stap in een veel grotere bewustzijnsontwikkeling. In deze fase wordt de eerste stap gezet naar een individueel goddelijk bewustzijn. Wij komen hierop later terug.
De geboorte van een individueel bewustzijn, de geboorte van jou als aparte ziel, gaat gepaard met een gevoel van alleen gelaten worden, afgescheiden worden van je Moeder/Vader. Het is vergelijkbaar met het trauma van een pasgeborene. Het oceanische eenheidsgevoel met de moeder wordt verbroken. Het kind is een eigen eenheid geworden. Als gevolg hiervan neemt de ziel bij haar geboorte een gevoel mee van innerlijke verscheurdheid. (Zie ook de channelings ‘Kosmische Geboortepijn’ en ‘Relaties in de Nieuwe Tijd’ in deel III).
De pasgeboren ziel is losgerukt uit een eenheidsbewustzijn dat zij als haar Thuis ervaart en waarnaar zij terug wil. Omdat dit schijnbaar niet mogelijk is, ontstaan er grote angsten en gevoelens van verlatenheid en twijfel in de ziel. Deze innerlijke pijn en desoriëntatie vormen de voedingsbodem voor de machtsgreep die het ego nu gaat plegen. Het bewustzijn (de ziel) wil af van die angst en pijn en het ego belooft met een oplossing te komen. Het ego belooft macht en controle aan het zielebewustzijn, dat zich machteloos en verlaten voelt. De ziel staat toe dat het ego de leiding neemt.
Het ego is het deel van de ziel dat zich op de (materiële) buitenwereld oriënteert. Het is in wezen een instrument van de ziel om zich op aarde te manifesteren als een lichamelijk wezen in ruimte en tijd. Het ego geeft focus aan het bewustzijn. Het maakt het bewustzijn gericht in plaats van oceanisch. Het is een handelingsinstrument, dat de zielsimpulsen vertaalt in concrete aardse handelingen. Voor de ziel is het in wezen heel onnatuurlijk om gefixeerd te zijn in ruimte en tijd. De ziel is in wezen ongebonden aan welke (materiële) vorm dan ook. In jullie vliegdromen maken jullie contact met dit ongebonden stuk in jezelf. Het ego bindt en fixeert. Dit is op zich een neutrale en noodzakelijke functie voor een bewustzijn dat op aarde leeft in een lichaam.
Als het bewustzijn echter het ego de heerschappij geeft, in plaats van het te gebruiken als instrument, ontstaat er een onevenwichtigheid in de ziel. Als het ego de ziel regeert (kenmerk van een egogecentreerd bewustzijn), gaat het ego de zielsimpulsen niet slechts vertalen maar ook controleren en selectief onderdrukken. Het ego geeft een vertekend beeld van de werkelijkheid. Het ego is gebrand op macht en controle, en interpreteert de feiten als positief of negatief in dat licht.
Probeer de aanwezigheid van macht en controlemotieven eens te ontdekken in de gang van je dagelijkse leven. In de kleine dingen die je door de dag heen doet: hoe vaak heb je de behoefte de dingen naar je hand te zetten? Hoe vaak erger je je aan de weerstand die de werkelijkheid biedt aan jouw wensen en ideeën?
Het is belangrijk dit los te laten en te zien welke angst eraan ten grondslag ligt. Zal alles werkelijk in het honderd lopen, als je los laat? De prijs die je nu betaalt voor het onder controle houden van de dingen is dat je verkrampt en gespannen leeft. Leef vanuit je innerlijke inspiratie, doe wat je vreugde geeft en waar je echt zin in hebt; dat schept een echte, natuurlijke orde in je leven. Een orde waarin je je ontspannen en blij kunt voelen.
Het is voor een jong zielebewustzijn bijna onvermijdelijk dat het in de valkuil van het ego stapt. Het ego biedt een bepaalde uitweg voor het getraumatiseerde bewustzijn. Het biedt letterlijk een weg uit het probleem (van angst en verlatenheid): het verlegt de aandacht naar de buitenwereld en wat daar te halen valt. Dit is weliswaar een schijnoplossing, maar toch een oplossing, en één die aanvankelijk daadwerkelijk verlichting lijkt te geven.
Hoe? Het uitoefenen van macht en controle geeft je een bepaalde, tijdelijke kick of genoegdoening. Je hebt een kortstondig gevoel van geliefd zijn, bewonderd of gerespecteerd worden. En dit stelt je gerust.
Maar het gaat weer voorbij. Je moet je opnieuw inspannen, om op te vallen, beter te zijn, aardiger te zijn, nog behulpzamer te zijn. Let wel: onder de vlag van het ego kun je zowel lief als hard zijn, zowel geven als nemen, zowel dominant als onderdanig zijn. Veel van wat onder het mom van onbaatzuchtigheid wordt gegeven, is een onbewuste roep om aandacht, liefde en erkenning vanuit de gever aan degene die geholpen wordt.
Dus bij een machtszuchtig ego hoef je niet persé aan tirannen te denken als Hitler of Saddam Hoessein. Hou het simpel; kijk om je heen in je dagelijks leven. De werkzaamheid van je ego kun je herkennen in je behoefte aan controle. Je wilt bijvoorbeeld dat bepaalde mensen zich op een bepaalde manier gedragen. Om dat voor elkaar te krijgen, ga je een bepaald gedragspatroon ontwikkelen. Bijvoorbeeld: je past je overdreven aan aan wat een ander wil of vindt. Je bent meegaand, lief en invoelend. Daarachter zit een behoefte aan controle: ‘Omdat ik wil dat je van me houdt, pas ik me aan jouw wensen aan’. ‘Omdat ik wil dat je mij lief vindt, ga ik geen conflicten met je aan’. Dit zijn angstgedachten. Hier is het ego werkzaam, en wat als ‘lief’ wordt gepresenteerd, is in feite een vorm van zelfontkenning.
Als je het ego laat regeren over je ziel, zul je jezelf op een verwrongen manier willen voeden met de energie van een ander. De buitenwereld is echter niet stabiel. Je bent nooit verzekerd van de voortdurende erkenning van de ander. Daarom moet je steeds ‘werken’ om je portie erkenning en goedkeuring te ontvangen. Dit verklaart de verkrampte toestand waarin je ziel verkeert, de onrust en de nervositeit die veel mensen als een permanente gemoedstoestand ervaren.
Het ego is niet geschikt voor het verwerven van échte liefde en zelfwaardering. De schijnoplossing die het ego biedt voor het oertrauma van verlatenheid, werkt als een bodemloze put. De werkelijke opdracht aan het ontwakende zielebewustzijn is: ontferm je over jezelf. Word zelf de ouder die je verloren hebt. Merk op dat dit ook vaak de opdracht is in een aards leven: word je eigen vader en moeder en geef jezelf de liefde en geborgenheid die je bij je ouders hebt gemist.
Het einde van de egofase komt in zicht als er in de ziel een bewustzijn optreedt van de herhaling van zetten die zij steeds voltrekt. Het ego verliest zijn dominantie als er in de ziel een bepaalde moeheid optreedt. Die moeheid zorgt ervoor dat het bewustzijn er niet meer zo bovenop zit, iets verliest van haar felheid om controle uit te oefenen. Doordat er minder energie uitgaat naar controle en de gedragspatronen die dat bestendigen, komt er ruimte voor heel andere ervaringen. Dat zijn in het begin vooral ervaringen van psychische moeheid en existentiële leegte. Ook kunnen er angsten aan de oppervlakte verschijnen die je niet meteen kunt plaatsen. Onbestemde angsten voor de dood, het verlies van dierbaren om je heen, twijfels aan normen en regels die je voorheen als vanzelfsprekend ervoer. Ook kan er boosheid naar boven komen, onvrede met je huidige werk of met je relatie of huwelijk. Dingen komen op losse schroeven te staan.
Datgene wat het bewustzijn te allen tijde heeft willen vermijden, gebeurt nu toch. Geleidelijk aan gaat het deksel van de pan en ontsnappen er allerlei innerlijke angsten uit je onderbewuste. Ze komen naar de oppervlakte en zaaien twijfel en verwarring in je dagelijkse leven.
Tot dat moment ging er een heleboel op de automatische piloot en dat gaf een bepaalde eenheid of eenduidigheid aan het bewustzijn. Je gedachten en je handelingen volgden een bepaald patroon, waarvan je de grondslag niet betwijfelde. Nu is er een stoorzender aanwezig; een deel van je bewustzijn gaat niet meer mee met het oude patroon. Het stelt lastige vragen, het confronteert je met ongemakkelijke emoties, zoals woede, angst, verzet, twijfel en andere moeilijk te plaatsen gevoelens.
De verruiming van het bewustzijn, die aan het eind van de egofase optreedt, wordt in eerste instantie ervaren als een stoorzender, die alles in de war gooit. Je wordt geconfronteerd met aspecten in jezelf die je liever niet wilt zien. Wanneer je op het ego gebaseerde gedragspatronen gaat betwijfelen, komen er allerlei diep verborgen gevoelens naar de oppervlakte.
Leven volgens de dictaten van het ego is heel onderdrukkend voor jezelf. Je staat in dienst van een dictatortje, dat streeft naar macht en controle, niet alleen over zijn omgeving, maar vooral ook over jou. Jouw spontane gevoelsleven dient aan banden te worden gelegd, opdat de doelen van het ego gerealiseerd kunnen worden. Het ego houdt niet van spontaniteit, van een vrije uiting van gevoelens. Dat is gevaarlijk en oncontroleerbaar. Het ego bedient zich van maskers.
Ga maar na. Als het dictaat van je ego zegt: ‘wees lief en meegaand, anders houden mensen niet van je’, dan heerst er dus in jou een ban op het uiten van ongenoegen en boosheid naar anderen. Als je dit dictaat op een gegeven moment in twijfel gaat trekken, komen deze onderdrukte gevoelens meteen naar boven. Gevoelens kun je namelijk nooit elimineren door ze te onderdrukken; ze blijven bestaan en krijgen een steeds grotere lading naarmate je ze langer onderdrukt.
Het is daarom niet verbazingwekkend dat relaties vaak sneuvelen als er een bewustzijnsgroei optreedt bij één van de partners. In relaties kan de strijd tussen het ego en het werkelijke gevoelsleven zeer op scherp worden gezet, waardoor het ego soms het onderspit moet delven. Er komen dan gevoelens aan het licht die heel heftig en irrationeel kunnen lijken, maar die in wezen een eerlijker taal spreken dan het ego. Of de relatie hiertegen bestand is, hangt af van het bewustzijn van de partners en de mate waarin de liefde tussen hen gebaseerd is op een echte innerlijke band.
Zodra het bewustzijn de leegte ervaart die zo kenmerkend is voor het einde van de egofase, kan het deksel opgelicht worden van een vat vol gevoelens die tot dan toe in het duister verbleven. Deze gevoelens vormen de toegangspoort tot je eigen innerlijk. Het in contact komen met die diepere laag van jezelf is de enige weg naar zelfbevrijding.
Mensen die hiermee een begin maken hebben het vaak zwaarder dan degenen die nog volledig in de egofase zitten. In mensen die beginnen met dit proces, is er namelijk een veelvoud van innerlijke stemmen werkzaam. Er is sprake van een gespletenheid, omdat het oude en het nieuwe door elkaar lopen. Het ego wil nog steeds bevrediging halen uit machtsvergroting en tegelijk is er groter bewustzijn in je, dat besef dat de gedragspatronen die hierbij horen je alleen maar verder van jezelf vervreemden.
Het begin van de overgang naar een hartgecentreerd bewustzijn wordt dus vaak als onprettig en moeilijk ervaren. Vaak gaat het ook gepaard met een intenser zoeken naar de zin van dingen, van het leven in het algemeen. Deze schijnbaar abstracte filosofische vraag krijgt opeens een brandend karakter, omdat de zingeving die het ego je bood je dreigt te ontvallen. Het ego is een belangrijke bron van zingeving. Het ego is namelijk dol op het vellen van oordelen en het in vakjes stoppen van dingen. Dit is goed, dat is slecht, dit mag je niet doen, dat mag je wel, dit moet je doen, anders… Moeten is een grote favoriet van het ego. Het ego werkt dus met een duidelijk kader van regels, geboden en normen. En voor een bewustzijn dat niet twijfelt aan de grondslag van dit kader, kan dit de bron zijn van zingeving, waarop hij zijn leven baseert.
Als de twijfel toeslaat, ontstaat er meteen ook een zingevings-vacuüm. Waarom zou je iets zus of zo doen? Waarom moet dat eigenlijk? Wat is het fundament van bepaalde normen en waarden? Wie legt dat eigenlijk vast?
Het kost tijd om alle tegenstrijdige gevoelens te ontwarren die ontstaan uit deze zingevingscrisis, die in wezen een identiteitscrisis is. Het kost tijd en inzicht om een basisgevoel van zelfliefde en zelfwaardering te ontwikkelen, waardoor je bereid bent om al die tegenstrijdige gevoelens te aanvaarden. Maar de eerste stap naar een hartgedragen bewustzijn is gezet, en die stap is vrijwel altijd onomkeerbaar. Er is een proces van volwassenwording in gang gezet in de ziel, en dat kun je moeilijk teniet doen, net zoals je een kind niet kunt dwingen kleiner of jonger te worden dan het is.
© Pamela Kribbe
Deze channeling is afkomstig uit het boek ‘Gesprekken met Jeshua’ van Pamela Kribbe.